Bijna helft lokale politica’s heeft te maken met online-agressie
Bijna de helft van de vrouwen in de lokale politiek (gemeenten, provincies en waterschappen) heeft te maken gehad met online-agressie en -geweld. Dat overkomt vrouwelijke politici vaker dan hun mannelijke collega’s (ruim 35 procent). Dat blijkt uit de Monitor Integriteit & Veiligheid, die is uitgevoerd door Atria en Ipsos I&O, in opdracht van het ministerie van Binnenlands zaken.
Voor de monitor zijn ruim 3000 lokale politici bevraagd, onder wie 2175 mannen en 857 vrouwen. Onder online-agressie en -geweld valt verbale agressie, zoals schelden, kwetsen of discriminerende opmerkingen. Maar de politici hebben ook te maken met onlinebedreigingen of -intimidatie, via bijvoorbeeld e-mail of sociale media. Vooral vrouwen van progressieve partijen krijgen hier vaker mee te maken. Vrouwelijke D66-politici hebben het meest te maken met onlinegeweld.
Volgens de monitor hebben politica’s niet alleen vaker te maken met online-agressie, maar voelen zij hier ook meer gevolgen van dan mannelijke politici. 55 procent van de vrouw zegt negatieve gevolgen te ervaren, tegenover 49 procent van de mannen. In sommige gevallen is het zelfs een reden om te stoppen met hun ambt; van de ondervraagde vrouwen geeft 11 procent aan dat te hebben overwogen, bij de mannen geldt dat voor 8 procent.
Verder vinden vrouwelijke politici minder vaak dat hun organisatie genoeg doet om agressie en geweld te voorkomen of dat de nazorg goed gereld is.
Minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) noemt de online-agressie onacceptabel. „Wanneer bestuurders en volksvertegenwoordigers kwetsbaar worden, wordt ook onze democratie kwetsbaar. Onlinehaat zorgt ervoor dat politici zich minder durven uitspreken in het publieke debat. Het beperkt hen in hun functioneren en vrijheid.”
„Zij verdienen daarom alle ondersteuning en bescherming om hun werk gedegen en veilig uit te kunnen oefenen”, aldus De Jonge over de lokale bestuurders. Sinds januari kunnen lokale bestuurders een zogeheten preventief beveiligingsadvies aanvragen. Dit jaar zijn daar 140 aanvragen van binnengekomen. Het ministerie noemt dat aantal „boven verwachting”. „Daarom wordt de komende periode extra capaciteit ingezet om deze aanvragen zo snel mogelijk te verwerken. Daarbij wordt voorrang gegeven aan urgente gevallen, bijvoorbeeld waarbij sprake is van verhoogd risico of dreiging richting de bestuurder.”