Schilders lopen hoger risico op kinderen met afwijkingen
Schilders lopen vijfmaal zoveel risico een kind te krijgen met aangeboren afwijkingen dan andere beroepsgroepen. Dat zeggen onderzoekers van het Universitair Medisch Centrum St. Radboud in Nijmegen. Het verhoogde risico wordt veroorzaakt door het werken met oplosmiddelen in bijvoorbeeld verf.
In een onderzoek, dat woensdag gepresenteerd werd, vergeleek het ziekenhuis 1500 schilders met evenzoveel timmermannen. Bij de schilders was het aantal kinderen met een aangeboren afwijking ongeveer 4 procent, bij timmerlui rond de 1 procent.
In het onderzoek werd gebruik gemaakt van gegevens voor het jaar 2000. Sinds dat jaar zijn schilders verplicht om binnenshuis verf te gebruiken met zo min mogelijk oplosmiddelen.
„De verwachting is dat schilders sindsdien minder worden blootgesteld aan oplosmiddelen. Echter ook mensen met een lage blootstelling lopen een hoger risico op kinderen met een aangeboren afwijking’, zegt Radboud–onderzoeker M. Hooiveld.
Oplosmiddelen, die ook in lijm en schoonmaakmiddelen zitten, leiden verder tot gezondheidsrisico’s bij de schilders zelfs. Zo is een aantal soorten oplosmiddel kankerverwekkend. Verder kan blootstelling de schildersziekte OPS veroorzaken. OPS (organo psychosyndroom) is een aandoening aan het centrale zenuwstelsel. Deze ziekte komt ook veel voor bij tapijtleggers.
De Vereniging OPS, een belangenorganisatie voor slachtoffers van de ziekte, wil dat de overheid een instituut opricht dat bemiddelt tussen slachtoffers, het bedrijfsleven en verzekeraars met als doel een schadevergoeding.
Voormalig staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken wees het idee eerder al van de hand. De vereniging hoopt nu dat het kabinet een voorstel van de vakcentrale FNV overneemt om alle slachtoffers van een beroepsziekte een goed inkomen te garanderen.