Nieuwe zorgaanbieders moeten van IGJ beter omgaan met medicatie
Een groot deel van de zorgverleners die net zijn begonnen in de gehandicaptenzorg, heeft volgens de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) „nog niet alles op orde om goede en veilige zorg te verlenen”. Vooral de omgang met medicijnen van cliënten moet volgens de toezichthouder beter: driekwart van de zzp’ers en instellingen die vorig jaar begonnen doet dat nog niet zoals het zou moeten. „Terwijl fouten daarbij over het algemeen snel en eenvoudig zijn te voorkomen door de regels over medicatieveiligheid te volgen.”
Ook de kennis over de Wet zorg en dwang is bij een meerderheid (60 procent) van de nieuwkomers onvoldoende. Al zegt de IGJ daar wel bij dat de meeste van de ruim 1900 nieuwe zorgaanbieders zich waarschijnlijk alleen richten op vrijwillige zorg. Ook zij moeten zich volgens de inspectie „bewust zijn van situaties waarin ook onvrijwillige zorg of verzet van cliënten aan de orde kan komen”.
De IGJ ziet ook veel dingen die wel goed gaan. „De meeste nieuwe zorgaanbieders kennen de wensen en behoeften van hun cliënten goed”, vat de toezichthouder de eigen bevindingen samen. „Waarschijnlijk doordat het kleinschalige initiatieven zijn die veel aandacht aan de cliënten kunnen en willen geven.”
Het bijhouden van dossiers is bij ongeveer een kwart van de nieuwe aanbieders een verbeterpunt. „Dat is niet alleen een administratieve verplichting, maar belangrijk voor de kwaliteit en de veiligheid van de zorg”, legt de inspectie uit. Het kan bijvoorbeeld belangrijk zijn in de uitwisseling met andere zorgaanbieders, of om „terug te kunnen lezen wat er een tijdje geleden is gebeurd of besloten”.