In een brief aan de Kamer schreef Donner dinsdag dat Wilders zelf de voorkeur gaf aan een verblijf in Kamp Zeist. Het Kamerlid zegt in een reactie dat hij vele malen om een „normaal beveiligd huis” heeft gevraagd, maar dat dat niet werd toegestaan. Naar eigen zeggen had hij slechts de keuze tussen twee kwaden: Kamp Zeist of een verblijf in een kazerne.

Ook het andere zwaar bedreigde Kamerlid, Hirsi Ali, vindt dat Donner niet de waarheid spreekt in zijn brief aan de Kamer. Ze weersprak dinsdag de mededeling van Donner dat ze eerder een beveiligde woning heeft geweigerd.

Wilders zei zich gestoord te hebben aan de in Donners brief gemelde „verwijten, die voor de helft ook nog eens nergens op slaan”. Hij riep de minister op daarmee op te houden.

Wilders en Hirsi Ali spraken maandagavond met Donner over hun beveiliging, nadat de laatste vorige week hun onderduikadressen in de media had bekendgemaakt. Voor Wilders was dat Kamp Zeist, voor Hirsi Ali een marineterrein in Amsterdam. De twee willen zo snel mogelijk een vaste, goed beveiligde woning. Volgens Wilders is maandag afgesproken dat daar verder naar gezocht wordt. „Daar wil ik nu al mijn energie op richten”.

Minister Donner wilde dinsdagmiddag niet al te uitvoerig ingaan op de kritiek van Wilders en Hirsi Ali. Hij benadrukte wel dat de twee „onder omstandigheden” een keuze voor een verblijfplaats hebben gemaakt. „Maar waar ze zaten, waren ze met hun uitdrukkelijke instemming”.

De CDA-bewindsman, verantwoordelijk voor de persoonsbeveiliging, zei dat het moeilijk is een geschikte vaste verblijfplaats voor het bedreigde duo te vinden. Met zijn brief wilde Donner het vorige week door Hirsi Ali geschetste beeld van de slechte huisvesting rechtzetten. Desondanks heeft hij „het volle begrip” dat ze soms „tegen muren opliep in dit soort omgevingen”.