Timmermans vindt Wilders’ aangifte tegen hem ‘flauwekul’
Frans Timmermans, leider van GroenLinks-PvdA, vindt het „flauwekul” dat PVV-voorman Geert Wilders aangifte tegen hem heeft gedaan om opruiing. Wilders deed dat, omdat hij vindt dat Timmermans zijn leden heeft opgehitst tijdens een congres van zijn partij. „Wij zullen niets nalaten om te voorkomen dat Wilders in dit land aan de macht komt”, zei hij zaterdag. Wilders vulde zelf in dat Timmermans geweld dus ook niet uitsloot en besloot aangifte te doen.
Dat Wilders daar een oproep tot geweld in ziet, vindt Timmermans belachelijk. „Mijn instrumenten zijn politiek en parlementair. Die zal ik inzetten, want ik vind Wilders slecht nieuws voor Nederland.” Hij weigert zijn woorden terug te nemen: „sterker nog, ik ga hiermee door.” Hij zegt alles te willen doen om aan te tonen dat er een landsbestuur zonder Wilders mogelijk is, bijvoorbeeld door andere coalities te vormen. „Ik wilde duidelijk aangeven dat er nog een alternatief is.” Een coalitie bestaande uit GroenLinks-PvdA, VVD, NSC en D66 zou ook een meerderheid in de Tweede Kamer halen.
Na de toespraak van Timmermans ontstond wat verwarring, aangezien in de vooraf gedeelde spreektekst ‘niet’ in plaats van ‘niets’ stond. Zelf bestrijdt hij dat het om een verspreking gaat: „ik schrijf altijd zelf mijn speeches, maar ik spreek ze nooit zo uit zoals ik ze opgeschreven heb. Bovendien, het betekent totaal hetzelfde, dus het was absoluut geen verspreking.”
Wilders wordt al twintig jaar beveiligd door de vele bedreigingen aan zijn adres. In zijn aangifte tegen Timmermans schrijft hij dat de leider van de linkse samenwerking dat had kunnen weten en zijn woorden beter had moeten kiezen.
Zelf meldt Timmermans desgevraagd ook bedreigd te worden. Hier doet hij vrijwel wekelijks aangifte van, zegt hij dinsdag. Na de aankondiging van Wilders dat hij aangifte ging doen, is het aantal bedreigingen aan Timmermans’ adres naar eigen zeggen toegenomen.
Het is niet de eerste keer dat Wilders aangifte doet tegen andere politici. In 2017 deed hij dat tegen premier Mark Rutte om „discriminatie van alle Nederlanders”. Die aangifte bleek kansloos. Ook deed hij aangifte tegen Farid Azarkan, destijds DENK-leider. Azarkan zou online een banner hebben geplaatst, waarin het leek alsof Wilders opriep tot zuiveringen. Wilders deed aangifte van onder meer belediging. Ook hier ging het Openbaar Ministerie niet over tot vervolging.
Wilders is zelf ooit veroordeeld voor groepsbelediging om zijn ‘minder-Marokkanen-uitspraak’. Hij kreeg geen straf opgelegd.