Bussemaker wil anders naar kwaliteit in zorg kijken
We moeten anders omgaan met het begrip kwaliteit in de zorg, aldus voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving Jet Bussemaker in het radioprogramma BNR Beter. Die kwaliteit moet je volgens haar niet alleen afmeten aan de hoogste medische standaarden en professionalisering. En het zo uitgebreid verantwoorden en administreren van verrichtingen als nu gebruikelijk is, geeft volgens haar vooral de illusie van goede zorg.
Als je ziet dat er 100.000 mensen op de wachtlijst staan voor geestelijke gezondheidszorg (ggz), dan kun je wel zeggen dat de zorg goed is voor de mensen die wel worden geholpen, maar niet dat de zorg in het algemeen goed is, vindt Bussemaker.
Bussemaker en haar raad willen ook dat binnen vijf jaar de helft van de administratieve lasten voor het personeel in de zorg verdwijnt, want „we verantwoorden ons helemaal suf”. We moeten ook „niet ieder risico willen afdichten”. Zo zou er al veel meer tijd voor de zorg zelf ontstaan.
Je kunt je verder ook afvragen of het wel zo nodig is om altijd vier keer per dag iemands temperatuur te meten, want vaak is één keer ook wel genoeg, geeft de oud-minister van Onderwijs als voorbeeld voor een andere kijk op wat echte kwaliteit betekent. Ze heeft liever dat meer mensen gewoon voldoende zorg krijgen, dan minder mensen heel erg goede zorg.
Ook hoeft niet iedere zorgverlener helemaal voor alles bevoegd te zijn, denkt Bussemaker, want voor sommige eenvoudigere handelingen zouden deelcertificaten voor bepaalde vaardigheden ook genoeg kunnen zijn. Dat kan helpen het personeelstekort te bestrijden. Verder zouden mantelzorgers beter moeten worden betrokken, vanaf het begin dat iemand zorg nodig heeft. Professionals en mantelzorgers moeten meer teams vormen. Ook kunnen mantelzorgers leren aan wondverzorging of infusen te doen, zodat een patiënt daarvoor minder lang in het ziekenhuis hoeft te blijven.
Bussemaker ziet niet genoeg aandacht voor de zorg tijdens de formatie, zegt ze. „Ik hoop dat ze in ieder geval op een brede manier naar de zorg willen kijken, dus niet alleen naar eigen risico of de terugkeer van verpleeghuizen.” Het eerste kost 6 miljard, voor het tweede is het personeel niet te vinden.