Ruim zes jaar cel geëist tegen jonge IS-vrouw
Tegen de 25-jarige Amina E. is donderdag een gevangenisstraf geëist van zes jaar en vier maanden. De in Alkmaar geboren vrouw wordt verdacht van betrokkenheid bij terroristische misdrijven en lidmaatschap van Islamitische Staat.
Met haar familie zou E. in 2014 via Turkije naar Syrië zijn gegaan. Ze was toen pas 16 jaar oud. E. en haar oudere zus Amal behoren tot de groep van twaalf vrouwen die eind 2022 zijn teruggehaald uit een detentiekamp in Syrië. Tegen de oudere zus is begin deze maand een gevangenisstraf geëist van vijf jaar en vier maanden.
De zussen worden verdacht van deelname aan IS van augustus 2014 tot en met 1 november 2022 en het voorbereiden van terroristische misdrijven. Ze hebben volgens het Openbaar Ministerie een grote rol gehad in de terroristische organisatie. Amina zou onder meer een wapentraining hebben gevolgd en gegeven, IS-propaganda hebben verspreid en in een ziekenhuis hebben gewerkt.
Amina ontkent niet dat ze in IS-gebied heeft gewoond, en dat ze getrouwd was met twee IS-strijders. „Uitgehuwelijkt”, zegt ze zelf. Een van hen is zeker omgekomen, de ander hoogstwaarschijnlijk. Wel ontkent ze een actieve rol in het strijdgebied te hebben gespeeld. De rechter vroeg haar waarom er nergens in het strafdossier iets te vinden is dat aangeeft dat ze niet in IS-gebied wilde zijn. „Hoe kan je in zo’n gecontroleerde omgeving zeggen dat je iets niet wil? Dat je er niet wil zijn? Je kan mensen daar niet vertellen wat je echt vindt”, antwoordde ze.
Uit chats en berichten op sociale media blijkt volgens het OM dat Amina achter het gedachtegoed van IS stond en het leven in het kalifaat verheerlijkte. Amina zegt dat zij die berichten niet heeft geschreven. De telefoon die is gebruikt voor deze berichten, gebruikte ze wel eens - om bijvoorbeeld selfies te maken - maar de berichten zijn niet van haar hand.