Slachtoffer Van Griensven (60) werd op 13 oktober zwaargewond aangetroffen door de brandweer, tijdens het blussen van de brand in zijn woning aan het Handelsplein in Rotterdam. Het slachtoffer was van dichtbij in het voorhoofd geschoten en overleed ter plaatse.

In het daaropvolgende onderzoek kwam D. bij de recherche in beeld door onder meer camerabeelden en getuigenverklaringen. Op een sigarettenpeuk en een glas in de woning van Van Griensven is DNA gevonden van D. Op camerabeelden is te zien dat hij een vuurwapen toont aan een voorbijganger op station Rotterdam-Zuid. Daarna zou hij rechtstreeks naar de woning van Van Griensven zijn gegaan, met wie hij een seksdate zou hebben gehad. Justitie verdenkt D. ook van de brandstichting in de woning van het slachtoffer.

Daarnaast wordt de Rotterdammer beschuldigd van ernstig geweld tegen een man in Zutphen, die hij in zijn been zou hebben gestoken en zou hebben geprobeerd te wurgen. Dit zou in de nacht van 20 op 21 oktober zijn gebeurd. Vervolgens opende de politie met grote inzet de jacht op de als vuurwapengevaarlijk beschouwde D., die uiteindelijk op 25 oktober kon worden aangehouden bij een hotel in het centrum van Amsterdam.

D. wacht momenteel op plaatsing in het Pieter Baan Centrum voor een gedragskundige observatie. De rechter-commissaris hoort de komende weken een zestal getuigen. D.’s advocaat had om het horen van nog eens tien getuigen verzocht, om mogelijke alternatieve scenario’s te kunnen onderzoeken. De onderzoeksrechter heeft deze verzoeken afgewezen en de rechtbank deed dat maandag opnieuw.

De volgende tussentijdse zitting is op 12 juli. Het is nog niet duidelijk wanneer de zaak inhoudelijk zal worden behandeld.