Inspectie: doelen bij voorlichting over brand moeten concreter
Bij voorlichtingsprogramma’s over hoe mensen brand kunnen voorkomen, ontbreken concrete doelen en resultaten. Dit meldt de Inspectie Justitie en Veiligheid, die zegt daardoor niet het effect en bereik van dergelijke programma’s te kunnen meten. De inspectie ziet risico’s omdat „het voorkomen van branden altijd beter is dan blussen”.
Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat de voorlichting in elke veiligheidsregio, waar de brandweer onder valt, anders is. „In de ene houden ze open dagen, in de andere richt ze zich op specifieke groepen zoals ouderen. Budget en middelen om voorlichting te geven, verschillen per regio. Niet iedere burger wordt op dezelfde manier geïnformeerd.”
Burgers worden gewezen op technologische en maatschappelijke ontwikkelingen zoals het bezit van zonnepanelen, thuisbatterijen en het langer zelfstandig wonen van ouderen. Maar omdat het overal anders gebeurt, weet de inspectie niet „of de voorlichting burgers echt bereikt”. Ze wijst erop dat voorlichting over brandgevaarlijk gedrag geen wettelijke verplichting is voor de brandweer en constateert dat er voor zulke programma’s „geen structureel geld, mensen en middelen beschikbaar zijn”.
De inspectie adviseert de minister van Justitie en Veiligheid om het overkoepelende programma ‘Brandveilig leven’ prioriteit te geven. Want, aldus de inspectie, „nu laten regio’s het vaak als een van de eerste zaken vallen bij een hoge werkdruk”. Een ander advies is dat er eisen van vakbekwaamheid gaan gelden voor medewerkers in deze preventieve programma’s.