Eén Bijbeltekst op Facebook groeit uit tot wereldwijde zendingsorganisatie
Van het scherm naar de kerk. Dat is de visie van GlobalRize. Wat begon met één bericht op Facebook groeide in tien jaar tijd uit tot een wereldwijde zendingsorganisatie.
Directeur Frans de Lange heeft een druk weekend achter de rug. Om het tienjarig bestaan van zijn organisatie te vieren, vond er eind maart in ’t Harde een vijfdaagse conferentie plaats. Vrijwilligers uit meer dan dertig landen kwamen naar Nederland. Het geeft iets aan van het grote bereik van GlobalRize. De Lange vertelt hoe de online Evangelieverkondiging in de afgelopen decennia een hoge vlucht nam.
Wat voor organisatie is GlobalRize?
„Tien jaar geleden richtte Marten Visser GlobalRize op (zie ”Hoe GlobalRize is ontstaan”, LHB). Online zijn er nauwelijks drempels om zending te bedrijven. Via sociale media en onlineadvertenties brengen we het Evangelie wereldwijd onder de aandacht. Daarnaast bieden we Bijbelcursussen aan. In vijftien lessen krijgen cursisten basale uitleg over de Bijbel aangereikt. Een mentor kijkt hun lessen na en beantwoordt geloofsvragen.
De basisgedachte van GlobalRize is dat we mensen van het scherm naar de kerk willen brengen. Als een cursist alle lessen gevolgd heeft, helpen we daarom ook om een geschikte kerk in de buurt te vinden.”
GlobalRize is tien jaar oud. Wat veranderde er in die tijd in de digitale wereld?
„Toen Visser in de begintijd van de organisatie een post op Facebook plaatste, resulteerde dat in duizenden volgers. Dat platform was nog jong; één bericht trok veel aandacht. Inmiddels hebben we concurrentie van grote commerciële partijen op de onlineplatforms. Daarnaast wordt het plaatsen van advertenties duurder en beginnen steeds meer landen online evangelisatie te bestrijden.
Vanwege de oorlog met Oekraïne gooide Poetin Facebook en Instagram in Rusland eruit. Voor dat gebied moesten we nieuwe digitale wegen zoeken. Inmiddels gebruiken we daar het platform Telegram.”
Wat voor doelgroep bereikt GlobalRize?
„We adverteren met een gratis Bijbelcursus. Vaak reageren daar mensen op die aan het begin van hun geloofsreis staan en meer van de Bijbel willen weten. Ons grootste verlangen is echter om diegenen te bereiken die nog niets van het Evangelie weten.
Opvallend is dat het aantal cursisten toeneemt op plaatsen waar de nood hoog is in de wereld. Wat het Russisch betreft, hebben we de meeste volgers in Oost-Oekraïne. Ook in landen als Venezuela, Nigeria en Ethiopië zien we veel honger naar het Evangelie. Nood leert bidden, wordt er wel gezegd, maar wij hebben ook ontdekt dat nood mensen online naar God laat zoeken.
„Nood leert mensen bidden, maar ook online naar God zoeken” - Frans de Lange, directeur GlobalRize
Europa is voor ons echter het moeilijkste continent om te bereiken. Veel mensen lijken daar God niet nodig te hebben.”
GlobalRize werkt met 850 vrijwilligers. Dat zijn er nogal wat.
„Ja. De helft van de vrijwilligers komt uit Nederland, van wie een fors deel 65-plusser is. Zij hebben de tijd om opdrachten van cursisten na te kijken en bezitten doorgaans veel Bijbelkennis.
Met GlobalRize International proberen we ook op andere continenten vrijwilligers te werven. Wij kunnen vanuit Nederland bedenken hoe we het Evangelie in India willen brengen, maar Indiërs zelf zijn daar beter toe in staat, omdat zij weten hoe hun cultuur in elkaar zit. Dat geldt ook voor vrijwilligers uit andere werelddelen.”
„We voelen onze onmacht als het gaat om de grote aantallen die we willen bereiken” - Frans de Lange, directeur GlobalRize
Wat vormt de grootste uitdaging voor GlobalRize?
„We voelen onze onmacht als het gaat om de grote aantallen die we willen bereiken. Daarvoor hebben we te weinig vrijwilligers en ook financieel blijft het een uitdaging. GlobalRize is een van de vele goede doelen in Nederland en daardoor hebben we een lastige positie. We klagen niet, de Heere heeft altijd voorzien. Toen ik bij GlobalRize aan de slag ging en we een begroting maakten, hadden we 130.000 euro nodig. Dat was toch wel een heel bedrag. Toch is ook dat er gekomen. Ieder jaar was er weer genoeg.”
