Limburgse politici willen Limburgs praten in provinciehuis
Leden van de Provinciale Staten van Limburg willen minimaal één keer per jaar Limburgs mogen praten bij een vergadering in het provinciehuis. Een motie die hiertoe oproept, werd vrijdag met grote meerderheid aangenomen in de Statenvergadering (43-3). Alleen de SP stemde tegen.
In openbare vergaderingen moet Nederlands worden gesproken, zodat iedereen ze kan volgen. Om de streektaal te bevorderen, willen de Limburgse Statenleden echter ook een keer in hun eigen dialect praten, mits de tekst vooraf ook in het Nederlands wordt aangeleverd. Ze pleiten ervoor om dat zeker één keer per jaar te doen als het in een Statenvergadering over de Limburgse taal gaat.
„We zien het Limburgs vooral als iets wat gesproken moet worden, het moet geen erfgoed voor in een museum worden”, zei Marlou Jenneskens van D66, een van de indieners van de motie. Het verzoek werd omarmd door gedeputeerde Jasper Kuntzelaers, verantwoordelijk voor cultuur en erfgoed. „We vinden het ontzettend leuk als dit binnen de wet kan worden gefaciliteerd”, zei de PvdA’er. „We gaan graag met de Staten het ‘debat in het plat’ aan.”