Slachtoffers tsunami hebben economische hulp nodig
De slachtoffers van de zeebeving op tweede kerstdag hebben vooral economische hulp nodig zodat ze hun inkomen weer kunnen opbouwen. Dat zei bisschop M. Arackal van het door de tsunami getroffen diocees (bisdom) Kanjirapally in India zaterdag tijdens een bezoek aan bisschop Wiertz in Roermond.
Door de globalisering zijn de arme boeren in India ernstig getroffen door de sterk lagere prijzen van koffie, thee en kruiden. Dat maakt de wederopbouw extra moeilijk.
Tienduizenden boeren hebben zich sinds kort verenigd in coöperaties, en Arackal reist momenteel door Europa om afzetmarkten te vinden voor hun producten. Verder zamelt hij geld in om bij te dragen aan de wederopbouw van de vernielde woningen langs de kust en om vissers nieuwe boten en netten te kunnen bieden.
Arackal kreeg zaterdag van het missiebureau en het bisdom Roermond een cheque van 25.000 euro als bijdrage aan de bouw van duizend woningen langs de kust. „Een druppel op een gloeiende plaat", noemde bisschop Wiertz de bijdrage. Wiertz, net terug van een bezoek aan arme boeren in Guatemala, onderstreepte net als Arackal het belang van een goede afzet van producten van deze boeren in Europa en de VS. Zondag brengt Arackal een bezoek aan het Schotse Glasgow.
Geld voor de wederopbouw alleen is niet genoeg. „We vragen niet om liefdadigheid, jullie moeten onze producten kopen, daarmee help je ons echt", aldus Arackal.
De bisschop zei nog dat de kerk in India het voortouw neemt bij de wederopbouw, en dat moslim– en hindoe–organisaties zich daarbij aansluiten. In India gaat dat goed, in Atjeh niet, zei directeur F. Soeterik van het missiebureau Roermond. „In Atjeh zeggen de moslims dat de tsunami een straf is voor het gedogen van niet–moslims in hun midden. Daar zijn de tegenstellingen tussen moslims en christenen door de ramp verscherpt. In het zuiden van India en Sri Lanka bracht de zeebeving juist meer samenwerking".