Van tevoren hadden de organisatoren gezegd zich goed beschermd te weten door de politie. Die had met betonblokken en dranghekken het plein afgegrendeld. Mensen die het gebied in wilden, werden streng gecontroleerd.

Op het plein zelf heerste een ontspannen sfeer. Het plein was versierd met talloze Israëlische vlaggetjes, er klonken Joodse en Israëlische liederen en veel deelnemers droegen een witte roos met het motto van de manifestatie. Mediarabbijn Evers van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap noemde de aanwezigheid van veel niet-Joden „zeer hartverwarmend.”

Ambassadeur Eitan Margalit van Israël beëindigde zijn toespraak met de woorden: „Geen oorlog meer, geen bloedvergieten meer.” Hij verdedigde de militaire activiteiten van het Israëlische leger als een gerechtvaardigde oorlog uit zelfverdediging.

Net als de ambassadeur uitte de schrijver Leon de Winter scherpe kritiek op de media, die alle Palestijnse propaganda voor zoete koek aannemen. De media hebben bijna geen aandacht voor de 800 tot 2000 moslims die kortgeleden in de Indiase deelstaat Gujarat werden uitgemoord, maar beschuldigen zonder enig bewijs Israël wel van massamoord, aldus De Winter. „Blijkbaar is niet elke dode een gelijkwaardige dode.”

Telegraaf-columist prof. dr. B. Smalhout nam vooral Arafat en het Nederlands Palestina Komitee op de korrel. De eerste noemde hij een „criminele terrorist”, het comité is volgens hem een stelletje Nederlanders met een theedoek rond het hoofd. De pro-Palestijnse demonstratie, ruim een week geleden, was volgens Smalhout een puur antisemitische demonstratie, waarbij voor het eerst in Nederland een Israëlische vlag werd verbrand.

Arafat heeft nooit blijk van enig mededogen met zijn eigen volk gegeven, zei het Amsterdamse VVD-gemeenteraadslid Rosa van der Wieken. Als lichtpunt noemde ze het feit dat hij kortgeleden onder zware druk een Palestijnse zelfmoordaanslag had veroordeeld. „Hij die het geweld initieert, kan dit ook stoppen. Arafat is toch de man die vrede kan sluiten.”

De Joodse Gemeente in Amsterdam had de afgelopen week felle kritiek geuit op het „racistische en opruiende” karakter van de pro-Palestijnse demonstratie en de vergoelijking ervan door burgemeester Cohen. Zij had daarom Cohen opgeroepen aanwezig te zijn bij de Dokwerker. Daarmee kon de burgemeester tonen „waar de gemeente Amsterdam staat als de oproep tot haat en geweld de kop opsteekt binnen de stadsgrenzen”. Cohen was volgens zijn woordvoerster echter niet bij de Dokwerker, maar zat in het beleidscentrum op het hoofdbureau van politie.

Onder de aanwezigen bevond zich wel imam Haselhoef uit Krabbendijke, die eerder op de dag in het tv-programma Buitenhof begrip had getoond voor de hakenkruisen tijdens de pro-Palestijnse demonstratie. Haselhoef, voor een deel van Joodse afkomst, verklaarde zijn aanwezigheid door te zeggen dat ook hij voor vrede en tegen terreur is. Maar na de „massa-executies” in Jenin kunnen Nederlanders zich niet langer zonder voorbehoud achter Israël scharen, aldus de imam.