Gedenktekens en 100.000 euro om betaalde tramritten Joden
Er komen gedenktekens bij drie tramhaltes in Amsterdam met informatie over de deportatie per tram van Joodse Amsterdammers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook stelt de gemeente Amsterdam 100.000 euro beschikbaar aan het Centraal Joods Overleg (CJO) ter compensatie van het geld dat vervoersbedrijf GVB verdiende aan de tramritten. Dat melden de gemeente Amsterdam en het GVB vrijdag.
Het zijn de eerste uitkomsten van een gesprek tussen de gemeente, het GVB en het CJO naar aanleiding van het boek en de documentaire Verdwenen Stad. Daaruit blijkt dat onlangs bij het NIOD, het instituut voor oorlogs-, Holocaust- en genocidestudies, tientallen facturen zijn gevonden die het GVB naar de nazi’s stuurde voor het zwaarbewaakt vervoeren per tram van Joden naar de treinstations Amsterdam Centraal en Amsterdam Muiderpoort. Daarvandaan werden ze vervoerd naar de Duitse vernietigingskampen. De meeste facturen zijn betaald. Het zou omgerekend gaan om zeker 61.000 euro.
De gedenktekens komen bij de haltes Plantage Middenlaan, Beethovenstraat en het Victorieplein. Ook willen de gemeente en het GVB de naam van halte Artis aan de Plantage Middenlaan veranderen in Artis/Nationaal Holocaust Museum. Verder wordt ook bekeken of er bij het station Muiderpoort een gedenkteken kan komen.
De Amsterdamse trams maken deel uit van een onderzoek van het NIOD naar alle gemeentediensten die in de Tweede Wereldoorlog betrokken waren bij de uitsluiting en vervolging van Joodse Amsterdammers. „Dat neemt niet weg dat GVB nu ruimhartig en welgemeend spijt wil betuigen voor de rol die de Gemeentetram en het Gemeentevervoerbedrijf hebben gespeeld”, laat de vervoerder weten. Het bedrijf noemt het „afschuwelijk en wreed” dat het tijdens de oorlog facturen heeft gestuurd om Joodse Amsterdammers te vervoeren.
Burgemeester Femke Halsema heeft het CJO laten weten dat de 100.000 euro van de gemeente „niet bedoeld is als schadevergoeding, maar slechts de teruggave is van geld dat de gemeente nooit had mogen ontvangen. Na het verschijnen van het NIOD-rapport beraadt het college zich op de financiële gevolgen van het totaal aan bevindingen”, aldus de gemeente.
Het CJO zegt het bedrag te waarderen en gaat met de gemeente in gesprek over waar het aan wordt besteed. „We zijn als CJO tevreden met de voortvarende wijze waarop de gemeente Amsterdam deze voor de Joodse gemeenschap diepdroevige en voor de stad Amsterdam beschamende episode nu benadert”, aldus CJO-voorzitter Chanan Hertzberger.