MOB ontdekt weer verboden stof in metingen en dringt aan op actie
In de natuur tussen Petten en Callantsoog (Noord-Holland) is op diverse plekken nog een verboden en giftig bestrijdingsmiddel gemeten: fenchloorfos. Milieuorganisatie MOB kwam de stof tegen in openbare meetresultaten. De organisatie heeft zowel het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier als de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) gevraagd om in te grijpen.
Eerder deze maand signaleerde MOB al dat in de streek het kankerverwekkende onkruidbestrijdingsmiddel dinoterb was gemeten. De stof is sinds 1998 verboden, maar bleek onder meer het beschermde natuurgebied het Zwanenwater te vervuilen.
MOB vermoedt dat het middel illegaal is gebruikt in de sierbloementeelt. De branche noemde dat een onterechte beschuldiging en pleitte voor „diepgaand onderzoek”. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier heeft inmiddels nader onderzoek aangekondigd. Daar besloot het waterschap toe nadat MOB de kwestie onder de aandacht had gebracht, al komen de metingen van het waterschap zelf. De resultaten van dat onderzoek zegt het schap ook te kunnen gebruiken voor andere stoffen, waaronder fenchloorfos.
De stof werd in 2022 aangetroffen in het Zwanenwater en omgeving. Het insecticide is verboden en zeer giftig voor insecten en voor het waterleven.
Het hoogheemraadschap laat weten dat dinoterb en fenchloorfos niet op de lijsten van stoffen staan waarop in metingen de focus ligt. Die lijsten zijn verbonden aan de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen Land- en tuinbouw. Als andere stoffen worden gevonden, deelt het waterschap die gegevens steevast online. „Als het om een bestrijdingsmiddel gaat, kan men deze data vinden op de gewasbeschermingsmiddelenatlas”, zegt een woordvoerder.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet geen „aanknopingspunt” om in actie te komen. De autoriteit heeft dat aan MOB laten weten. Een teamleider noemt het handhavingsverzoek van MOB in een brief „onvoldoende concreet”, omdat niet duidelijk wordt wanneer en waar de overtreding zou hebben plaatsgevonden en wie „de vermeende overtreder/overtreders” zijn.
De NVWA wijst op de wet, waarin staat dat een handhavingsverzoek aanknopingspunten moet bevatten. MOB-voorzitter Johan Vollenbroek heeft er geen begrip voor: „De NVWA verwacht kennelijk van MOB dat MOB de oorzaak achterhaalt en mogelijke daders op een presenteerblaadje aanbiedt.”