Waarom blijft het misgaan op studentenverenigingen?
Ook nu er steeds meer aandacht is voor seksueel ongewenst gedrag, blijven studentenverenigingen in opspraak komen vanwege wantoestanden. „Het is lastig om de eerste te zijn die zegt: Jongens, dit vind ik niet oké.”
Het Utrechtsch Studenten Corps (USC) hoeft tot zeker eind 2024 niet meer te rekenen op subsidie van Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht, maakten de twee onderwijsinstellingen donderdag bekend. Het besluit volgt op het uitlekken van een zogeheten bangalijst: een powerpointpresentatie waarin vrouwen van het Utrechtse vrouwencorps worden beoordeeld op hun uiterlijk en seksuele prestaties.
Naast het stopzetten van de subsidie zijn vertegenwoordigers van het USC voorlopig niet welkom op officiële gelegenheden van de Utrechtse hogeschool en universiteit. Ook moet het studentencorps openbare excuses aanbieden en voor 1 mei met een plan komen om de sociale veiligheid op de vereniging te verbeteren.
Het incident is niet uniek. Zo kwam het USC nog geen jaar geleden, in mei 2023, ook al in opspraak vanwege seksueel wangedrag. In 2022 ontstond ophef over speeches tijdens een diner van het Amsterdamsch Studenten Corps, waarin vrouwen „hoeren” werden genoemd. En de Groningse studentenvereniging Vindicat kwam in 2021 (en eerder al in 2016) in opspraak vanwege een uitgelekte bangalijst.
Seksuele onveiligheid is een groot probleem op universiteiten en hogescholen: in 2021 bleek uit onderzoek van vier universiteiten dat twee op de drie studenten in zijn of haar studieperiode te maken krijgt met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook bleek dat een op de tien vrouwelijke studenten een verkrachting meemaakt.
Actieplan
Sinds de opkomst van de Me-Toobeweging in 2017 is er steeds meer aandacht voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en het voorkomen daarvan. Aan het begin van dit cursusjaar, in augustus 2023, verscheen op initiatief van regeringscommissaris Mariëtte Hamer nog het studentenpact: een actieplan om seksueel ongewenst gedrag onder studenten te bestrijden. Het USC-bestuur schreef vorige week vrijdag in een reactie dat er de laatste jaren meer aandacht is voor seksuele veiligheid binnen de vereniging.
Toch blijven incidenten als bij het USC voorkomen. Volgens gedragspsycholoog Sabine Jansen heeft dat te maken met groepsgedrag. „Er is een verschil tussen wat mensen als individu wenselijk gedrag vinden en wat er ontstaat in een groep. Op studentenverenigingen heerst een cultuur waarbij bepaalde normen horen, die steeds worden overgedragen. Deze manier van omgaan met vrouwen is daar heel lang geaccepteerd geweest. Binnen die cultuur kan, als een soort grapje, zo’n bangalijst ontstaan. Leden zouden zoiets nooit doen met hun moeder of zusje erbij, maar als mannen onder elkaar “moet het kunnen”.
Status
De meeste corpsleden zullen waarschijnlijk nee zeggen als je hun persoonlijk vraagt of ze het een goed idee vinden om zo met vrouwen om te gaan, denkt Jansen. „Maar als niemand dat uitspreekt in de groep, blijft het zo. Het kan zelfs een bepaalde status geven. Daarbij komt: verbinding is een basisbehoefte. Studenten gaan bij zo’n vereniging om vrienden te maken en willen bij de groep horen. Het is dan lastig om de eerste te zijn die opstaat en zegt: „Jongens, dit vind ik niet oké.”
Leden zouden zoiets nooit doen met hun zusje erbij, maar als mannen onder elkaar “moet het kunnen”
De enige manier waarop dit kan veranderen, is als mensen van binnenuit zich uitspreken tegen die heersende norm, denkt de gedragspsycholoog. „Niet alleen vrouwen, maar juist ook mannen, en vooral degenen met status. Die omslag kan wel even duren: zo’n cultuur is ook niet van de ene op de andere dag ontstaan.”