Brakelse Anneke Bouman: Kringloopwinkelen moet je leren
Ieder artikel dat ze tweedehands koopt, hoeft voor Anneke Bouman niet nieuw geproduceerd te worden.
„Een eldorado, een luilekkerland” verzucht Bouman (60) uit Brakel als het onderwerp tweedehands op tafel komt. Iedere week komt ze wel een of twee keer bij een kringloopwinkel ergens in het land. „Het geluksgevoel zit hem in de verrassing om iets moois of iets handigs tegen te komen voor weinig geld.”
Inmiddels is ze behoorlijk ervaren met tweedehands shoppen. Tientallen voorwerpen in haar huis kan ze aanwijzen die ze op de kop tikte. Haar jongste aankoop: twee bloempotten. „In een dorp verderop werd dertig jaar geleden een kringloopwinkel geopend. Vanaf het eerste begin was ik een hongerige klant. Mijn omgeving vond het raar dat ik daar spullen, kleding en boeken kocht. Ik trok me er weinig van aan.”
Ook maakte ze toen al dankbaar gebruik van de beurs met tweedehands kleding in het dorpshuis. „Wat was ik trots als anderen zeiden: wat hebben jouw kinderen toch altijd leuke kleren aan.”
Doorgewinterd
De doorgewinterde kringloopfan –ook verkoopster in een kringloopzaak– heeft zich zelfs ontpopt tot inkoopster voor familie en kennissen. „Ik heb altijd een lijstje bij me met artikelen die anderen zoeken: een botervloot voor de buurvrouw, een cakeblik voor de moeder van m’n schoondochter.” Pas zag ze een frietpan staan, zo goed als nieuw. „Gauw een berichtje in de familie-app en ja hoor, m’n dochter moest een andere. Dus was het: graag, ma!”
Een krukje voor een extra eter, bedden, een keer een ander dekbedovertrek; voor de kosten hoef je het niet te laten, zegt ze. Haar kleinkinderen mogen geregeld een cadeautje uitzoeken bij de kringloop. Al zijn er grenzen. „Een kind moet weten dat niet alles kan. Daarom mag mijn kleinzoon dan één autootje uitzoeken, niet meer. Ik ga ook bewust met hem spullen uitzoeken die we later weer naar de kringloop brengen. Wordt het opnieuw verkocht, dan levert het weer geld op voor het goede doel.”
Hoewel ze vaak met handige spullen thuiskomt –„Volgens mijn man kan ik alles gebruiken”–, weet ze zich in te houden. „De lage prijzen in de kringloopwinkel kunnen je hebberig maken. Dat is een andere kant. Daarom koop ik niet iets om maar wat te kopen.”
Ondanks alle succesvolle aankopen heeft Bouman ook wel eens een tegenvaller gehad. „Toen ik mijn net gekochte broodbakmachine aanzette, sprongen de stoppen eruit. Dan heb ik gewoon pech gehad”, vertelt ze schouderophalend.
Hoed
Besparen op aankopen is voor haar een sport geworden. De nieuwprijs heeft ze er niet meer voor over. „Kledingzaken vind ik veel te duur. En waarom zou ik 150 euro uitgeven aan een hoed voor de kerk als het voor minder kan?”
Tegelijk voelt ze ook een grote verantwoordelijkheid om verspilling tegen te gaan. „Ik kan wel janken als ik hoor dat zeecontainers vol afgedankte en onverkochte kleding op stranden in Ghana terechtkomen. Het kan een druppel op een gloeiende plaat zijn dat ik zoveel mogelijk tweedehands koop, maar ieder artikel hoeft dan niet nieuw voor mij geproduceerd te worden. En met elkaar kunnen we een grote stap zetten.”
Het verbaast haar hoeveel spullen er worden geproduceerd die al snel weer worden afgedankt. „Neem nu gratis spaargadgets van de supermarkt. Een tijdje is iedereen er razend van, daarna zie ik ze bij de kringloop.”
Welke tip heeft ze voor beginners? „Denk niet dat als je vandaag begint, je morgen met de mooiste dingen thuiskomt. Speuren kost tijd; goed zoeken lukt niet in tien minuten. Je moet dingen optillen, goed rondkijken. Kringloopwinkelen moet je leren.”