Vrijdag maakte het kabinet officieel bekend dat de Franse botenbouwer Naval Group de vier onderzeeërs mag bouwen volgens het voorlopige besluit. Dat lekte eerder deze week al uit. Het totale project voor de vervanging van de oude onderzeeërs komt uit op ongeveer 5,6 miljard euro, schrijft staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie) in een Kamerbrief over de vervanging van de huidige onderzeeboten. Adriaansens is „echt heel blij met de deal, omdat de Nederlandse industrie daar een goede plek in heeft”.

Afspraken over geld voor de Nederlandse industrie zijn niet vrijblijvend. Bij de uiteindelijke gunning moet het bedrijf, waarschijnlijk dus Naval Group, een handtekening zetten onder de overeenkomst over het bedrag dat minimaal in Nederland wordt besteed. Van der Maat verwacht dat dit tegen de zomer kan worden beklonken.

Adriaansens benadrukt net als de staatssecretaris dat het kabinet een „heel zorgvuldig proces” heeft doorlopen. Daarbij is gekeken naar de „beste boot voor de beste prijs, waarbij de Nederlandse industrie goed betrokken is”. Het is dan ook niet te doen om nu een andere koers te gaan varen of het besluit toch nog uit te stellen. Een deel van de Kamer had daar eerder deze week op aangedrongen. „Ik vind dat heel gek, als je een heel zorgvuldig proces hebt doorlopen. Dan moet je ook een betrouwbare overheid zijn. Laten we maar eerst met elkaar kijken of dit een goede deal is.”

Naar aanleiding van het besluit van het kabinet vervroegt de Algemene Rekenkamer de publicatie van een nieuw rapport over de vervanging van de onderzeeërs met enkele weken, van 17 juni naar 23 mei. De Tweede Kamer kan het onderzoek dan nog betrekken in het debat over de aanschaf van de Franse onderzeeërs. De rekenmeesters kijken of alles volgens de regels is verlopen, de gemaakte keuzes zijn onderbouwd, wat de financiële risico’s zijn en of de Kamer goed is ingelicht. De Rekenkamer deed al twee keer eerder onderzoek naar de vervanging.