Chef Arbeidsinspectie: nu moment om te kijken naar minder banen
Er wordt volgens inspecteur-generaal Rits de Boer van de Nederlandse Arbeidsinspectie nog steeds te weinig gekeken naar manieren om de vraag naar arbeidskrachten te verminderen. Werkgevers en de politiek bedenken „allemaal dingen om het arbeidsaanbod verder te vergroten”. In deze tijd van tekorten moet juist worden gekeken naar manieren om het aantal banen te verminderen.
Een oproep hiertoe van directeur Pieter Hasekamp van het Centraal Planbureau is De Boer „uit het hart gegrepen”. Hasekamp opperde eind vorige maand in De Telegraaf dat Nederland „misschien wel te veel banen” heeft.
De Boer wil kijken waar die enorme vraag vandaan komt. „In 2022 kwamen er 380.000 werkenden bij in Nederland.” Een recordaantal sinds de Tweede Wereldoorlog, onderstreept de inspectiebaas. „Dat is ontzettend fijn, want daardoor kan eigenlijk iedereen in Nederland die wil werken, werken.” Maar tegelijkertijd was in dat jaar sprake van het „allergrootste gevoelde tekort op die arbeidsmarkt”.
Hoeveel werkenden hadden er dan bij moeten komen, vraagt De Boer zich af. „500.000? 600.000?” Hij wil dat onderzocht wordt „waar die vraag vandaan komt”. En, zegt De Boer in navolging van Hasekamp: „kijk ook naar de overheidsbestedingen.” Flinke investeringen van de overheid leiden ook tot meer vacatures.
Enkele jaren geleden riep de Arbeidsinspectie op tot beperking van de arbeidsmigratie. Dit wakkerde het politieke debat hierover verder aan. Relatief veel arbeidsmigranten krijgen te maken met slechte woon- en werkomstandigheden en in sommige gevallen zelfs uitbuiting. De Boer reageerde woensdag op het jongste rapport over kwetsbare arbeidsmigranten, dit keer specifiek zij die via een detachering in Nederland werken. Deze arbeidsmigranten, relatief vaak uit niet-EU-landen, zijn extra kwetsbaar voor uitbuiting en slechte omstandigheden, waarschuwt de Adviesraad Migratie.