De grootste verzekeraars van het land zijn Achmea, CZ, Menzis en VGZ. Voor alle vier ziet de autoriteit na een uitgebreid onderzoek verbeterpunten. Ze moeten de „knelpunten in het aanbod” van zorg beter in beeld brengen en op basis daarvan actie ondernemen.

Twee van de verzekeraars schieten volgens de NZa dusdanig tekort, dat ze een formele maatregel opgelegd hebben gekregen. Dat zijn CZ en Menzis, bevestigen woordvoerders van deze twee verzekeraars. „Bij ons gaat het vooral over beter registreren, daar hebben ze een punt. Dat moeten we beter doen”, erkent de woordvoerster van CZ. Tegelijkertijd kan de verzekeraar niet zomaar „een blik opentrekken of die zorg zelf gaan verlenen”, voegt ze eraan toe.

Op ggz-gebied doet CZ volgens de woordvoerster juist „hartstikke veel om de toegankelijkheid te vergroten”. Zo wordt nu in West-Brabant eerst bekeken of mensen die met veel stress bij een ggz-instelling terechtkomen achterliggende problemen hebben die eerder op sociaal vlak liggen, zoals schulden of eenzaamheid. Als dat zo is, worden ze doorverwezen naar instanties die hen daarbij kunnen helpen. De ggz is dan niet de juiste plek.

Menzis laat in een eerste reactie weten dat het de zorgplicht „als vanzelfsprekend serieus” neemt. De zorgverzekeraar, waar bijvoorbeeld ook het label Anderzorg onder valt, gaat „zo snel als mogelijk” in gesprek met regionale zorgaanbieders over mogelijkheden voor verbetering.

De autoriteit zelf heeft de inhoud van de aanwijzingen nog niet bekendgemaakt. De verzekeraars krijgen nu eerst zes maanden de tijd om verbeteringen door te voeren. Pas als ze dat onvoldoende doen, kan publicatie volgen.

„De toegang tot zorg is geen vanzelfsprekendheid meer. Dit is een ingewikkeld probleem waar alle partijen in het zorgstelsel verantwoordelijk voor zijn”, legt de NZa verder uit. Die verwacht van zorgverzekeraars dat zij „de zorgvraag en het zorgaanbod in de regio goed in de gaten houden en hierop sturen”. Want verzekerden moeten „tijdige, bereikbare en passende zorg” krijgen.