Noord-Holland was bereid vier onrendabele regionale spoorlijnen, die onder de NS vallen, over te nemen. Het gaat om Den Helder-Alkmaar, Hoorn-Alkmaar-Uitgeest, Haarlem-Uitgeest en Haarlem-Zandvoort. Belangrijkste voorwaarde was dat de lijnen Den Helder-Alkmaar en Haarlem–Zandvoort worden uitgebreid tot Amsterdam. Dit om te voorkomen dat reizigers op deze trajecten in Alkmaar of Haarlem moeten overstappen.

De minister vindt dit echter geen optie, omdat de verbindingen Haarlem-Amsterdam en Alkmaar-Amsterdam deel uitmaken van het hoofdrailnet, waarop de NS het monopolie heeft. Zij wijst om die reden het aanbod van Noord-Holland van de hand, bleek ook nog eens uit een brief aan het Interprovinciaal Overleg (IPO) die de provincie donderdag openbaar maakte.

Mooij heeft volgende week woensdag een gesprek op het ministerie in Den Haag over de ontstane situatie. Mocht de minister bij haar standpunt blijven en zelf de onrendabele lijnen in Noord-Holland gaan aanbesteden, dan zal de provincie ervoor pleiten om de bestaande dienstregeling te handhaven, aldus Mooij. Hij hoopt echter dat de minister terugkomt op haar standpunt.

Eind 2004 werd bekend dat de Nederlandse Spoorwegen ondanks forse subsidies jaarlijks 40 miljoen euro verlies maken op twintig regionale spoorlijnen in Nederland. De minister gaf toen te kennen dat ze deze lijnen graag aan de provincies wil overdragen. Zij heeft daarvoor een bedrag van 50 miljoen euro ter beschikking gesteld. Noord-Holland zou hiervan ongeveer 10 miljoen euro krijgen.