Kritiek op robuuste natuurverbindingen
Niet alleen in de Tweede Kamer maar ook bij natuurbeschermers leven twijfels over het nut en de noodzaak van stroken waarlangs wilde dieren van het ene naar het andere leefgebied kunnen trekken.
Dat meldde het Radio 1-programma De Ochtenden van de EO donderdagmorgen.
Het kabinet wil natuurgebieden met elkaar verbinden door zogeheten robuuste verbindingszones, brede stroken groen waarlangs wild door het land kan trekken. „Ik geloof niet dat pendelende edelherten veel toevoegen aan het Nederlands natuurbeleid”, zei vogelonderzoeker Ben Koks. Volgens Koks gaan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten met hun plannen voor robuuste verbindingen voorbij aan „de kansen die er liggen in boerenland.”
Ook onder wildkenners is er scepsis. „Het is geen realistisch beeld dat die herten straks tussen de Veluwe en de Oostvaardersplassen heen en weer trekken. Dat doen ze gewoon niet”, aldus Jaap Kuper, jachtmeester van de Koningin op Kroondomein Het Loo.
Bas Worm van vereniging Het Veluws Hert wijst erop dat herten en wilde zwijnen nu al op eigen houtje opduiken in gebieden waar ze van nature niet voorkomen, zoals in Twente en de Achterhoek. „Dat zijn dieren die uit Duitsland komen. Provincies schieten ze af, maar dat is vreemd als je bedenkt dat diezelfde provincies zich hard maken voor robuuste verbindingen waarlangs straks herten door het land moeten kruisen.”
In de Tweede Kamer ligt een motie van CDA, VVD en LPF waarin een streep wordt gezet door de aanleg van nieuwe robuuste verbindingen voor natuur. „We willen niet meer hectares voor natuur dan er al voor de Ecologische Hoofdstructuur zijn bestemd”, aldus CDA-kamerlid Van Bochove.