Limburg heeft een „flinke achterstand” als het gaat om de aanleg van infrastructuur voor elektriciteit. Zo staan er volgens Van Caldenberg nu 6500 transformatorhuisjes in Limburg. Daar moeten er zo’n 7000 bijkomen. Dat gaat niet zo makkelijk en kost veel geld en menskracht. Netcongestie is een landelijk probleem voor de energietransitie, omdat bijvoorbeeld grote wind- en zonneparken niet kunnen worden aangesloten op het elektriciteitsnetwerk.

Van Caldenberg deed zijn uitspraak vrijdag in een vergadering van Provinciale Staten. Op de agenda stond een rapport van de Zuidelijke Rekenkamer over de voortgang van de energietransitie in Limburg. Volgens de Rekenkamer bevindt Limburg zich „in de achterhoede met betrekking tot duurzame energie”.

Voor het behalen van de doelen die landelijk zijn bepaald, werkt de provincie samen met onder meer gemeenten en netbeheerders. In twee zogenoemde Regionale Energiestrategieën is afgesproken hoe energie kan worden bespaard, waar duurzame elektriciteit kan worden opgewekt met zon- en windenergie en hoe Limburg van het aardgas afkomt. Met name in het zuiden van Limburg loopt deze RES volgens de Rekenkamer „ver achter” met het behalen van de eigen doelstellingen.

Volgens Van Caldenberg komt dat onder meer doordat in Zuid-Limburg minder plek is voor duurzame energieopwekking. Zo mogen geen windmolens worden geplaatst rond het gebied waar de Einstein Telescope moet komen, omdat ze tot trillingen kunnen leiden. Een onderzoek naar de vraag of bepaalde windmolens tóch mogelijk zijn in het gebied is later dit jaar af, aldus de gedeputeerde. Ook kijkt het college naar nieuwe technieken en plaatsen voor de opwekking van duurzame energie.