Raad voor leefomgeving bepleit landelijke aanpak funderingsschade
Funderingsproblemen door heel Nederland vragen om een landelijke aanpak. Dat schrijft de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een donderdag gepubliceerd advies. De problemen worden steeds urgenter, terwijl het tempo van de aanpak nog „veel te laag” is.
Zo’n 425.000 gebouwen hebben volgens de Rli al schade door een slechte fundering, of krijgen „binnen afzienbare tijd” met zulke schade te maken. Het gaat meestal om gebouwen op houten palen van voor 1970, of gebouwen die direct op de ondergrond staan.
Bijna altijd zijn er meerdere oorzaken voor een kapotte fundering, zoals verlaging van de grondwaterstand, droogte of werkzaamheden in de buurt. Zonder goede fundering kan een gebouw verzakken, met schade en stress tot gevolg. De Rli waarschuwt voor totale kosten van 54 miljard euro als er niks gebeurt om schade te beperken.
„We hebben het probleem voor ons uitgeschoven”, zegt Rli-lid en commissievoorzitter Jantine Kriens. „Kopers, verkopers, makelaars, banken: niemand heeft er groot belang bij om funderingsproblemen op tafel te leggen. Want dan daalt de prijs van een huis.” Als de markt niet goed werkt, moet de overheid ingrijpen, concludeert ze.
De overheid moet helpen die problemen aan te pakken, vindt de Rli. Dat begint bij meer inzicht in de problemen, onder meer met een openbare database waar burgers informatie over de kans op schade per gebouw kunnen vinden. De raad pleit ook voor een plicht voor huizenverkopers en -verhuurders om informatie over mogelijke funderingsschade te geven.
Burgers moeten volgens de Rli bovendien subsidie krijgen om hun fundering te laten onderzoeken. En wie een huis koopt voordat er genoeg informatie over de risico’s is, moet 30 procent van de herstelkosten door de overheid vergoed krijgen. Als alle adviezen worden opgevolgd, kost dat 12,5 miljard euro verspreid over de komende twaalf jaar.
Rli-lid Kriens: „De overheid moet zorgen voor een transparante markt waarin funderingsproblemen wel op tafel móéten komen. Huidige eigenaren moeten daarbij worden geholpen, omdat die met deze aanpak alle last krijgen van de periode waarin funderingsproblemen niet in de prijs verrekend waren.”