Overijssel trekt weer miljoenen euro’s uit voor landelijk gebied
De provincie Overijssel trekt nog eens 3,8 miljoen euro uit om een begin te maken met de aanpak van het landelijk gebied. Het gaat volgens gedeputeerde Maurits von Martels (landbouw en natuur) om een voorschot, in afwachting van geld hiervoor van het Rijk. Naar verwachting wordt voor de zomer 1,28 miljard euro verdeeld over de provincies, bedoeld voor de meest concrete maatregelen die ze hebben beschreven in hun Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG).
Overijssel wil daar niet op wachten en schiet zelf geld voor om van start te gaan. Volgens Von Martels is dat nodig om „de energie” te behouden die hij in de Overijsselse regio’s proeft. Hij denkt dat die motivatie verdwijnt als het toch al traag verlopende proces nog langer duurt. In het PPLG beschrijven provincies hoe ze de doelen op het gebied van water, natuur, klimaat en stikstof willen halen.
Vorig jaar deed Overijssel al een voorfinanciering van 4,2 miljoen euro, nu komt daar nog eens 3,8 miljoen bij. Een grote meerderheid van Provinciale Staten stemde woensdag voor, alleen Forum voor Democratie was tegen.
Von Martels moest de Statenleden wel beloven dat het geld daadwerkelijk naar de projecten gaat en niet naar bijvoorbeeld personeelskosten. Zijn eigen partij BBB stelde daar onlangs in een commissievergadering kritische vragen over, maar ging woensdag in de Staten wel akkoord.
De Tweede Kamer stemde twee weken geleden in met de landbouwbegroting voor dit jaar, waarop 1,28 miljard is vrijgemaakt voor de PPLG-plannen. De Eerste Kamer moet de begroting nog goedkeuren. Volgens de voorlopige verdeling krijgt Overijssel 142 miljoen euro. De provincie had om 436 miljoen gevraagd voor de koploperprojecten en in totaal om 5,2 miljard euro.