Het 32-jarige slachtoffer uit Enschede is in december 2021 met pistoolschoten om het leven gebracht. Daarna is zijn lichaam gedumpt in het Kanaal Almelo - De Haandrik. Voorbijgangers ontdekten het stoffelijk overschot van Jafo begin mei 2022 in de buurt van Hardenberg.

De verdachte Hamid S. bleef tijdens het proces hardnekkig ontkennen ook maar iets met de zaak te maken te hebben. Maar de rechters concluderen dinsdag in het vonnis dat de in Syrië geboren eigenaar van een Hoogeveense supermarkt de laatst bekende persoon is die het slachtoffer in de avond van 6 december 2021 in leven heeft gezien. Daarna is de telefoon van Javo gelokaliseerd bij de woning van S. in Den Ham. De rechtbank gaat ervan uit „dat het niet anders kan dan dat de telefoon van het slachtoffer met de verdachte is meegereisd”. Bovendien is de haspel waarmee het lichaam was verzwaard, afkomstig uit de winkel van S. En in een knoop van de deken waarin het slachtoffer was gewikkeld, zijn DNA-sporen van S. gevonden.

De rechtbank ziet hierin wettig en overtuigend bewijs dat S. het slachtoffer in de schouder en door het hoofd heeft geschoten. „Na deze kille daad heeft verdachte samen met een ander of anderen het lijk van het slachtoffer ingepakt, verzwaard en gedumpt in een kanaal met de bedoeling dat het lijk nooit meer zou worden gevonden”.

„Dat verdachte hiermee welbewust de nabestaanden in tergende onzekerheid en onwetendheid over het lot van hun geliefde familielid heeft achtergelaten, maakt zijn ijzige handelen des te schokkender”, staat in het vonnis.

De rechtbank ziet geen bewijs voor moord, omdat niet kan worden vastgesteld dat er sprake was van een duidelijk vooropgezet plan om Jafo van het leven te beroven. Het Openbaar Ministerie ging wel uit van voorbedachte raad en had zestien jaar cel geëist.