Ook heeft secretaris-generaal Jens Stoltenberg de documenten waarop de NAVO de calculaties baseert nog niet vrijgegeven. „Ik heb het Nederlandse parlement laten weten dat we op 1,95 procent zitten”, zei Ollongren in Brussel na afloop van een NAVO-bijeenkomst over het op orde brengen van het militaire bondgenootschap voor een eventuele oorlog tegen Rusland.

Door de andere rekenmethode bij NAVO, waarbij ook correcties voor inflatie en andere dingen worden meegenomen, is het mogelijk dat Nederland wel degelijk bij de door NAVO-chef Stoltenberg genoemde 18 van de 31 landen zit die dit jaar aan de verplichtingen voldoen.

„We zitten rond de 2 procent, en voor mij, als minister van Defensie, is het belangrijkste dat we voor de lange termijn een stabiel budget hebben. Daar werk ik aan. Als lid van een demissionaire regering is er niet meer dat ik kan doen”.

In 2014 hebben de NAVO-landen op schrift gezet wat al langer een ongeschreven afspraak was, namelijk dat alle NAVO-partners 2 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie moeten uitgeven. NAVO-chef Stoltenberg heeft in Brussel bovendien benadrukt dat „2 procent een minimum” is.