EBS rijdt sinds december in Flevoland. Ook in Gelderland en Overijssel verzorgt de organisatie busvervoer, maar in Flevoland vallen meer ritten uit dan elders. Gedeputeerde Jan de Reus (mobiliteit) sprak eerder al zijn frustraties uit over de situatie.

Mol vertelde woensdag wat de oorzaken zijn van de problemen. EBS kampt onder meer met personeelstekorten, die door een aantal factoren groter bleken dan gedacht. Verder rijdt EBS lange ritten, door de drie provincies heen. Dat kan prettig zijn voor de reiziger, want die kan immers met één bus een heel eind komen, maar het maakt de uitvoering volgens Mol ook „heel erg complex”.

De directeur wilde zich met zijn uitleg in het provinciehuis niet „verschuilen”. „Ik neem mijn verantwoordelijkheid.” EBS gaat vanaf half april minder vaak rijden en lange buslijnen opknippen. Dit alles zodat de dienstregeling in de woorden van Mol „robuuster” wordt. Het is de bedoeling dat eind van dit jaar alles weer rijdt volgens plan. Daar heeft EBS volgens de directeur dan wel 120 extra mensen voor nodig.

Voorafgaand aan de vergadering vertelden meerdere mensen de Statenleden over het effect van uitvallende ritten. Zo kunnen studenten niet op tijd bij hun opleiding komen, anderen komen te laat bij hun werk of dagbesteding. Reizigersorganisatie Rover zei sinds de start van EBS in Flevoland „ruim honderd klachten” te hebben gekregen, wat volgens Misja Speur van Rover „ongekend veel” is.

Het busbedrijf rijdt bijvoorbeeld ook in Zaanstreek-Waterland in Noord-Holland. Daar heeft de Vervoerregio Amsterdam een boete aangekondigd voor ondermaatse prestaties. EBS kampt ook daar met chauffeurstekorten.