Nederland voor kwijtschelden schuld Derde Wereld
Minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking is bereid te praten over het kwijtschelden van schulden van de meeste arme landen in de Derde Wereld. Voorwaarde is wel dat de EU dan ook de landbouwsubsidies aan eigen boeren geleidelijk afbouwt en de markten beter openstelt voor producten uit ontwikkelingslanden. Dat heeft Van Ardenne dinsdag gezegd na overleg met haar EU–collega’s in Luxemburg.
Van Ardenne maakt daarmee een draai. De regering–Balkenende was eerder geen voorstander van grootschalige schuldsanering van de ontwikkelingslanden. Onder druk van Groot–Brittannië wil Van Ardenne daar nu wel over praten, „op voorwaarde dat we dan ook echt iets doen om de armste landen daarna ook daadwerkelijke hulp te bieden", aldus de bewindsvrouwe. „Anders zitten die landen later snel toch weer in de schulden. Het bieden van goede hulp is even belangrijk als een kwijtschelding van schulden".
Van Ardenne eist verder dat Groot–Brittannië en ook Duitsland de schuldsanering via boekhoudkundige procedures niet optellen bij hun bijdragen voor ontwikkelingssamenwerking. De minister vreest dat beide EU–lidstaten hierdoor hun begroting voor ontwikkelingshulp wel willen opsmukken. Daardoor zouden zij ook makkelijker kunnen voldoen aan de afspraak die de EU–bewindslieden dinsdag maakten om in 2010 0,51 tot 0,55 procent van de nationale begrotingen te besteden aan hulp voor de Derde Wereld.
Op termijn moeten de lidstaten 0,7 procent van hun nationale budgetten uittrekken voor de ontwikkelingslanden, zo is verder afgesproken. Van Ardenne is al blij met de voorlopige afspraak tot 2010. „Niet eerder hebben we in Europa op zo’n hoog niveau gezeten". In totaal zou de EU daarmee ruim 40 miljard euro uittrekken voor ontwikkelingshulp. De tien nieuwe EU–lidstaten doen voorlopig nog niet mee aan de afspraak om de budgetten voor ontwikkelingshulp te verhogen tot maximaal 0,55 procent.
Nederland zit nu al wel op een niveau van 0,7 procent. Denemarken is Europees koploper met een bijdrage van 1,0 procent van de nationale begroting voor ontwikkelingshulp. De Denen koppelen deze hulp echter ook aan het integratiebeleid en willen door steunverlening in de Derde Wereld de komst van vluchtelingen naar Europa verminderen.