De Lentetuin (1884) werd in maart 2020 gestolen uit het museum Singer Laren, dat het werk voor een tentoonstelling in bruikleen had van het Groninger Museum. Afgelopen september kwam het wereldberoemde werk van Vincent van Gogh terug. De Visser onderzocht het sindsdien en toonde het beschadigde schilderij woensdag in het Depot Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. De grootste beschadigingen, witte strepen, zijn van afstand te zien. „Maar het valt ons mee”, zegt zowel de restaurateur als de directeur van het Groninger Museum Andreas Blühm optimistisch. Alle roofschade kan worden gerepareerd.

Onder andere de vernislaag, die moet beschermen tegen vocht, licht en vuil, is in het midden van het doek bekrast. „Dat geeft veel onrust”, zegt De Visser over het schilderij waarop de tuin te zien is van de pastorie waar de ouders van Vincent van Gogh woonden. De witte krassen onderin het doek raken tot op het linnen en in de achtergrond, naast de toren van Nuenen, is eveneens een laag beschadigd.

Tot eind februari is de Lentetuin in een vitrine van het Rotterdams Depot te zien, en vanaf 29 maart in het Groninger Museum waar het in beschadigde status onderdeel van de expositie Behind the Scenes wordt. Na een jaar gaat het weer naar De Visser zodat ze kan beginnen aan de restauratie. Die duurt naar verwachting maximaal een jaar.

Het Groninger Museum heeft het werk voor het schadebedrag van 2,5 miljoen euro weer teruggekocht van de verzekeraar. Voor de diefstal werd de waarde op 3 tot 6 miljoen euro geschat. Effect op de waarde heeft de restauratie niet, hooguit heeft de aandacht door de diefstal een positieve invloed, denkt Blühm. Niet dat hij van plan is het ooit te verkopen of nog eens uit te lenen. „Niet zolang ik directeur ben van het museum”, zegt hij lachend.

Meer details over waar het schilderij na de diefstal is geweest, heeft Blühm niet. Hij weet alleen dat de Lentetuin „op meerdere plekken en ook buiten Nederland” is geweest. Voor de diefstal zit de veroordeelde Fransman Nils M. een celstraf van acht jaar uit. Hij zou het doek onder de arm hebben meegenomen uit het museum in Laren, nadat hij met een moker twee deuren aan diggelen had geslagen.