Kritiek Onderwijsraad op plan voor rem op buitenlandse studenten
De Onderwijsraad is kritisch over sommige maatregelen die de overheid wil nemen om het aantal buitenlandse studenten in Nederland te beperken. Het adviesorgaan vraagt zich vooral af of regels over colleges in andere talen dan het Nederlands wel uitvoerbaar zijn.
Het ministerie van Onderwijs had de maatregelen in april vorig jaar aangekondigd. Het ministerie wil onder meer dat Nederlands de voertaal blijft op universiteiten en hogescholen. Opleidingen mogen straks voor maximaal een derde deel worden gegeven in een andere taal. Meestal is dat het Engels. Een instelling zou alleen met toestemming van de minister over die limiet heen mogen.
Die limiet zou ook gelden voor opleidingen die nu al worden gegeven. Die zijn al gecontroleerd en goedgekeurd. De extra controle levert de instellingen veel „administratieve lasten” op, zegt de raad. Bovendien hebben instellingen maar negen maanden de tijd om voorstellen uit te werken en in te dienen. Volgens de raad is dat te kort, en dan zijn de regels waaraan instellingen moeten voldoen ook nog eens onduidelijk. Als een opleiding straks geen colleges in een andere taal mag geven, heeft dat volgens de Onderwijsraad „grote organisatorische en personele gevolgen voor de hogescholen en universiteiten”.
Een andere mogelijke maatregel ontbreekt volgens de Onderwijsraad juist in het voorstel. Nu is het voor opleidingen financieel aantrekkelijk om zo veel mogelijk buitenlandse studenten te werven. Ze krijgen dan meer geld van de overheid. Daardoor gaan instellingen met elkaar concurreren. De Onderwijsraad adviseert om nu na te denken over andere manieren om het geld te verdelen, „om de instroom van internationale studenten beheersbaar te maken”. Het ministerie wil daar later over nadenken.
De Onderwijsraad is wel positief over de mogelijkheid om een maximaal aantal buitenlandse studenten in te stellen voor sommige opleidingen. Instellingen hebben soms te weinig docenten, collegezalen, laboratoria en bibliotheken om ze te begeleiden. Bovendien zijn er te weinig studentenkamers voor ze in de steden. „Bij sommige opleidingen kan de vraag naar opleidingsplaatsen door de instroom van internationale studenten (in korte tijd) zo sterk stijgen dat deze de capaciteit van de opleiding te boven gaat”, aldus de raad. Die zegt dat universiteiten ook achter zulke limieten staan.
De Raad van State komt later ook nog met een advies over het voorstel. Daarna is het aan het kabinet om de plannen eventueel aan te passen, en ze voor te leggen aan de Tweede Kamer.