Overijssel schiet in afwachting van PPLG-geld weer miljoenen voor
De provincie Overijssel wil nog eens 3,8 miljoen euro uittrekken om een begin te maken met de aanpak van het landelijk gebied. Zoals het er nu naar uitziet, krijgen de provincies hiervoor pas rond de zomer financiële middelen van het Rijk. Overijssel wil alvast beginnen met de uitvoering van het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) en deed daarom eind vorig jaar uit eigen middelen al een voorfinanciering van 4,2 miljoen euro.
Het college van Gedeputeerde Staten stelt nu voor om nog eens 3,8 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de zogeheten koploperprojecten, de meest concrete maatregelen in het PPLG. „Daarmee kunnen we de energie in de gebieden behouden en voortgang maken op de verschillende PPLG-dossiers”, aldus het college in een voorstel aan Provinciale Staten. Die moeten hier op 28 februari in de Statenvergadering nog wel mee instemmen. Het gaat volgens Overijssel om „een voorschot”, omdat het Rijk heeft beloofd de kosten op zich te nemen.
Alle provincies leverden afgelopen zomer een conceptversie van hun PPLG in. Ze beschrijven daarin hoe ze de doelen op het gebied van water, natuur, klimaat en stikstof willen halen. De provincies kregen hier in het najaar feedback op het van Rijk. Ze moeten dat dit jaar verwerken in een definitief plan.
Met de meest concrete en kansrijke maatregelen kunnen de provincies op korte termijn al aan de slag. Demissionair minister Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) liet eind vorige maand weten dat ze hiervoor dit voorjaar 1,28 miljard euro beschikbaar wil stellen, vooruitlopend op het opzetten van een transitiefonds (met 24,3 miljard euro) waar een nieuw kabinet over beslist. De Tweede en Eerste Kamer moeten het financiële voorstel van Van der Wal nog wel goedkeuren.
De minister gaf vorige week al een voorlopige verdeling van het beschikbare geld vrij. Utrecht krijgt volgens deze indicatie de grootste bijdrage: 284 miljoen. Overijssel zou het met 142 miljoen moeten doen. De provincie had vorig jaar een voorschot van 436 miljoen euro gevraagd.