OM eist 8 jaar in coldcase verkrachtingen Schiedam en Vlaardingen
Het Openbaar Ministerie heeft donderdag bij de rechtbank in Rotterdam acht jaar cel geëist tegen de 53-jarige Marcel B. uit Schiedam, in een coldcase waarin twee jonge meisjes ruim dertien jaar geleden slachtoffer werden van verkrachting en een derde meisje daar op het nippertje aan wist te ontsnappen. B. ontkent alle beschuldigingen. Het voornaamste bewijs tegen hem bestaat uit een DNA-match.
B. zou in augustus 2010 een 15-jarig meisje hebben verkracht in de kelderbox van de flat in Schiedam waar zij woonde. Onder bedreiging van een mes dwong hij het slachtoffer tot tal van seksuele handelingen. Op 20 september van dat jaar zou B. hebben toegeslagen in een kelderbox in Vlaardingen. Toen was een meisje van 13 het slachtoffer. Diezelfde middag wist een 15-jarig meisje net op tijd te ontkomen uit een kelderbox elders in Vlaardingen, waarin B. haar gevolgd zou zijn.
Een coldcaseteam blies het onderzoek in 2020 nieuw leven in. Dankzij een grootschalig DNA-onderzoek kwam B. definitief als verdachte in beeld. Zijn DNA kwam overeen met sporen in de twee verkrachtingszaken. Het meest opmerkelijke opsporingsmiddel in het onderzoek was de publiekelijke verspreiding van een hologram, gemaakt op basis van het signalement van de dader. Dit leverde honderden tips op.
Op 16 januari vorig jaar hield de politie B. aan. Sindsdien zit hij in voorarrest.
De officier van justitie nam het B. kwalijk dat hij hardnekkig blijft ontkennen. „De verdachte is gewoon doorgegaan met zijn leven”, aldus de aanklager, „terwijl het leven van de slachtoffers voor altijd is getekend.” Het DNA-bewijs „schreeuwt om een verklaring”, vindt het OM.
„De drie slachtoffers hebben ongelooflijk angstige momenten gehad, daar in die kelderboxen”, zei de officier. Dat die momenten ook jaren na dato diepe sporen hebben nagelaten bleek ter zitting uit de verklaringen van twee van hen.
De reactie van B. daarop luidde: „Ik vind het uiteraard vreselijk wat er allemaal is gebeurd met de meiden, maar ik wil benadrukken dat ik het niet ben geweest.” Uit psychologisch onderzoek is gebleken dat B. zwakbegaafd is, maar geen stoornissen heeft.
Naast de zedenmisdrijven verdenkt het OM B. van het witwassen van ruim 116.000 euro, die de politie in contanten in een kluis in de slaapkamer van zijn woning vond.
B.’s advocaat Paul Acda had kritiek op het DNA-onderzoek en vindt dat de resultaten ervan niet als bewijs kunnen dienen. Hij vindt dat zijn cliënt moet worden vrijgesproken.