Heldere keuzes, plannen die „uitvoerbaar en effectief” zijn en stabiele financiële middelen. Dat verlangen provincies, gemeenten en waterschappen van een nieuw kabinet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW) hebben die boodschap in een brief overgebracht aan informateur Ronald Plasterk, die de formatiegesprekken leidt tussen PVV, VVD, NSC en BBB.
De drie koepelorganisaties willen graag snel aanschuiven aan de onderhandelingstafel om „de gezamenlijke opgaven” te bespreken. „Gemeenten, provincies en waterschappen willen met het nieuwe kabinet een agenda opstellen die gericht is op de aanpak van de grote maatschappelijke vraagstukken van onze tijd”, staat in de brief die de voorzitters Sharon Dijksma (VNG), Jaap Smit (IPO) en Rogier van der Sande (UvW) hebben ondertekend. De decentrale overheden willen met het nieuwe kabinet „samen optrekken bij het belangrijke werk dat moet worden gedaan”.
Om hun taken zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren, zeggen gemeenten, provincies en waterschappen „ruimte en vertrouwen” nodig te hebben. „En stabiele, structurele en voorspelbare inkomsten om hun rol te vervullen.” Ze wijzen op het ‘ravijnjaar’ 2026, waarin gemeenten en provincies - zoals het er nu uitziet - fors minder geld krijgen van het Rijk. „Het gevolg is dat de decentrale overheden niet ten volle hun bijdrage kunnen leveren. Zij zullen investeringen uitstellen of annuleren en bezuinigen op de uitvoering van vrijwel al hun kerntaken.” VNG, IPO en de Unie van Waterschappen roepen het nieuwe kabinet op dat recht te zetten.
Nieuwe plannen van het kabinet moeten „uitvoerbaar en effectief zijn”, ook omdat er krapte is op de arbeidsmarkt. „Maak samen met ons heldere keuzes waar gemeenten, provincies en waterschappen écht het verschil maken en welke taken het Rijk beter kan uitvoeren.”
