Defensie wil desnoods meer betalen voor munitie uit Europa
Het ministerie van Defensie is bereid in sommige gevallen meer te betalen voor munitie om zo minder afhankelijk te worden van landen buiten Europa, schrijven de bewindslieden aan de Tweede Kamer. De urgentie is groot om meer munitie aan te schaffen door de dreiging van een grootschalig conflict.
„Naast product, levertijd en prijs zal Defensie in het vervolg vaker productiezekerheid, leveringszekerheid en strategische autonomie meewegen. Dit kan betekenen dat Defensie een hogere prijs moet betalen voor munitie omdat het bijvoorbeeld in Europa wordt geproduceerd in plaats van daar buiten”, staat in de brief.
Defensie heeft de afgelopen twee jaar voor 2 miljard euro aan munitie besteld, maar er is volgens demissionair minister Kajsa Ollongren en staatssecretaris Christophe van der Maat nog meer nodig. Er worden voorbereidingen getroffen om versneld aanvullend munitie te bestellen. De NAVO vraagt ook om grotere voorraden.
Door onder meer de oorlog in Oekraïne is de vraag naar munitie groot. Dat zorgt voor langere levertijden en hogere prijzen. Er wordt gestreefd om vaker zware munitie zoals raketten, torpedo’s en midden- en zwaar kaliber munitie voor zowel artillerie- als mortiergranaten in Europa te produceren. Dat gaat bijvoorbeeld al gebeuren met Patriot-raketten.
Veel munitie van NAVO-landen komt uit de Verenigde Staten. Het meeste van de munitie voor mitrailleurs en pistolen wordt al wel in Europa gemaakt. Nederland produceert geen munitie. Defensie pleit al langer voor meer investeringen van het bedrijfsleven in munitie, maar dat kost veel tijd. Daarom kijkt de Defensie nadrukkelijk naar meer productie in Europees en NAVO-verband.
„De dreiging en onvoorspelbaarheid in de wereld nemen toe. Geloofwaardige afschrikking is daarom steeds belangrijker. Daarvoor is een grote munitievoorraad essentieel, want de vuurkracht van de krijgsmacht hangt hier direct mee samen”, aldus staatssecretaris Van der Maat.