Rembrandt-portretten Marten en Oopjen gaan vijf jaar naar Louvre
De schilderijen Marten en Oopjen gaan voor vijf jaar naar het Louvre in Parijs. De twee enorme portretten geschilderd door Rembrandt waren de afgelopen vijf jaar te zien in het Rijksmuseum in Amsterdam. Het museum meldt dat de werken de komende weken voor extra onderzoek in het restauratie-atelier van het Rijks zijn, en dat ze daarna afreizen naar Parijs.
Nederland en Frankrijk hebben de portretten van Marten en Oopjen in 2016 samen aangekocht van een Franse particulier. Ze betaalden elk 80 miljoen euro voor de 2 meter hoge schilderijen, die in 1634 zijn gemaakt. De kunstwerken zijn bijna vierhonderd jaar in privébezit geweest.
Volgens directeur van het Rijksmuseum, Taco Dibbits, zijn Marten en Oopjen in het Rijksmuseum „uitgegroeid tot absolute publiekslievelingen”. „Ook in het Louvre zullen zij een belangrijke rol krijgen in de presentatie over de Nederlandse schilderkunst.”
De twee musea hebben afgesproken dat de twee schilderijen altijd samen tentoongesteld worden. De portretten zijn vanaf 21 februari te zien in het Louvre. In 2029 zijn ze weer terug in het Rijksmuseum. Daarna wisselen ze om de acht jaar van locatie.