Vervoer van gehandicapte blijkt onveilig
Gehandicapten in een rolstoel worden vaak op een onveilige manier in een busje vervoerd. Het gordelgebruik is onvoldoende en hun rolstoel wordt soms niet vastgezet. Ook liggen er geregeld spullen in het busje die de passagiers in gevaar kunnen brengen.
Dat liet de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) vrijdag weten.
De inspectie bekeek in november en oktober vorig jaar de veiligheid van het rolstoelvervoer in taxi’s en bussen. De aanleiding waren klachten over misstanden en een aantal ongelukken waarbij gehandicapten gewond raakten of kwamen te overlijden.
„Het algemene beeld is dat de gemiddelde rolstoelgebruiker zich tijdens het vervoer onveilig voelt”, aldus de IVW. De inspectie schat dat elke rolstoelgebruiker jaarlijks gemiddeld twintig taxiritten maakt.
De IVW maakt zich vooral zorgen over het gebrekkige gebruik van autogordels. In 90 procent van de gevallen bleken mensen met een handicap in een rolstoel geen extra riem om te hebben. Dat is onacceptabel, stelt de IVW, omdat gordels tijdens ongelukken kunnen breken. In 8 procent van de controles bleek de passagier zelfs helemaal niet te zijn vastgesnoerd. Ook werden gordels vaak op een verkeerde manier gebruikt.
Spullen als bevestigingsbeugels, opgeklapte rolstoelen of zuurstofflessen slingeren vaak in het busje, stelt de inspectie. Bij een botsing kunnen die de inzittenden zwaar verwonden.
De wettelijke eisen voor het vervoer van gehandicapten moeten worden aangescherpt, meent de inspectie. De dienst gaat het toezicht op het rolstoelvervoer intensiveren.