De 19-jarige wordt verdacht van de moord op de 16-jarige Maja Bradaric uit Nijmegen. Volgens Boone hebben de raadsheren vooringenomenheid getoond door tijdens eerdere veroordelingen in de zaak-Bradaric te spreken van „medeverdachten.”

Maja Bradaric werd in november 2003 in een auto met een touw gewurgd door de toen 18-jarige Goran M. Ferdi Ö. bestuurde de auto, waar ook de toen 16-jarige Goran P. in zat. De jongens brachten het lichaam van hun vriendin na de moord naar de uiterwaarden bij Bemmel en staken het in brand.

De rechtbank in Arnhem veroordeelde Ö. vorig jaar tot elf jaar cel. Het hoger beroep werd uitgesteld, omdat Boone nieuw psychiatrisch onderzoek van zijn cliënt gelastte. Volgens de raadsman heeft Ö. gehandeld uit doodsangst voor Goran M.

Het hof behandelde eind vorig jaar wel de zaken tegen Goran M. en Goran P. In de arresten van beide veroordeelden spreekt het hof stelselmatig van de „verdachte en zijn medeverdachten.” Daarmee hebben de raadsheren volgens Boone reeds geoordeeld over de rol van zijn cliënt alsmede over zijn aandeel in het misdrijf. Daarom zouden andere raadsheren de zaak moeten overnemen, meent de advocaat.