Binnenland

Celstraf voor bedreiging Wilders en Hirsi Ali

De officier van justitie heeft bij de rechtbank in Rotterdam vrijdag een gevangenisstraf geëist tegen de 20-jarige Amsterdammer die vorig jaar de Tweede-Kamerleden Wilders en Hirsi Ali op internet bedreigde. Het openbaar ministerie vorderde tegen B. L. een celstraf van vijftien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk.

ANP
11 February 2005 16:08Gewijzigd op 14 November 2020 02:13

De Amsterdammer werd in november aangehouden. Het onderzoek naar L. begon na een anonieme email, waarin het mobiele nummer en emailadres van de verdachte werd genoemd en de beschuldiging dat hij een aanslag zou willen plegen op de Tweede Kamer en de rosse buurt in Amsterdam. Uit het onderzoek bleek dat L. op de MSN-groep taweedwaljihad, waar hij beheerder van zou zijn, stukken tekst had geplaatst. Hij schreef onder meer dat Wilders en Hirsi Ali vijanden zijn van de islam en noemde in die context ook de Nederlandse regering, die de VS steunt in de onrechtmatige strijd tegen de Iraakse bevolking.

Aan de tekst was een video gelinkt, die L. naar eigen zeggen gedownload had van een andere site en er aan had geplakt. De video, die op de zitting te zien was, toont, onder begeleiding van een arabisch lied, het gezicht van Wilders en Hirsi Ali. Daarna verschijnt de tekst: Naam: Geert Wilders, Beroep: afgod, Zonde: spotten met de islam, Straf: onthoofding, Beloning: paradijs. De beelden worden afgesloten met de tekst ’Word vervolgd’ onder begeleiding van een salvo geweerschoten.

L. plaatste de tekst en video op 10 oktober op internet. Een dag later haalde hij het er weer af, omdat hij geschrokken was van berichtgeving in de media.

Wilders deed 12 oktober aangifte, waarna. L. op 5 november werd aangehouden. Bij huiszoeking in zijn ouderlijk huis en een ander woonadres nam de politie onder meer een computer en cd–roms in beslag waarop verschillende bestanden over de jihad (strijd tegen de vijanden van de islam), 140 foto’s van Osama bin Laden, informatie over Bin Laden, Abu Hamza en andere islamitische strijders stonden. Ook bevatte het documenten over wapens en explosieven.

L., student economische boekhouding en geboren in Amsterdam, heeft vanaf het begin bekend de teksten en video op internet te hebben geplaatst, maar zei op de zitting dat hij het allemaal niet zo bedoeld had. „Iedereen praat zo op internet, in die forumgroepen, ik heb me laten meeslepen”.

De verdachte zegt pas sinds ruim een half jaar geïnteresseerd te zijn in de islam. Hij zat en zit vol twijfels en vragen over het geloof („er zijn zoveel stromingen”) en was daardoor, zoals vele jonge Marokkanen, een makkelijk slachtoffer op internet. Van de imams in Amsterdam kreeg hij naar eigen zeggen geen informatie. „Die zeiden: zoek het zelf maar uit”.

De rechtbank wees een verzoek van advocaat P. Jeeninga tot opheffing van de voorlopige hechtenis af. Jeeninga noemde de daad van zijn cliënt een onbezonnen actie en trok tijdens het pleidooi een vergelijking met de Britse prins Harry die op een feestje verscheen in een Duits nazi–uniform met een swastika op zijn arm. „Hij bedoelde het niet zo en heeft er veel spijt van”, aldus Jeeninga. De rechtbank doet 25 februari uitspraak.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer