De rechtbank floot de officier van justitie terug toen hij de verdachte wilde vervolgen voor fraude in plaats van witwassen, omdat de officier daarmee te laat was. Hij had voor 1 december duidelijk moeten maken waarvoor hij K. precies wilde vervolgen. Dat had hij niet gedaan.

NAVO-werknemer M. kreeg in januari vorig jaar veertien maanden celstraf voor fraude. Dat was een veel lagere straf dan de eis van 3,5 jaar cel van het openbaar ministerie (OM). De rechtbank achtte M. en zijn medeverdachten niet schuldig aan witwassen van een vals certificaat met een waarde van 200 miljoen Amerikaanse dollars. Zij werden wel veroordeeld voor fraude, omdat ze het vervalste certificaat en andere valse documenten in hun bezit hadden.

Voor officier van justitie Dijkstra zat er vrijdagmorgen niets anders op dan K. toch te vervolgen voor witwassen. Volgens hem probeerde K., die als bijnaam ’de Spanjaard’ had, het valse dollarcertificaat onder te brengen bij een bank in Spanje. Daarnaast hield de officier staande dat K. deel uitmaakte van een criminele organisatie, hoewel de rechtbank de medeverdachten vorig jaar vrijsprak op dit punt.

Advocaat I. Weski vindt dat het OM een zwalkend beleid heeft gevoerd in de zaak. Volgens haar nam justitie voortdurend een ander standpunt in over de verdachtmakingen. „Dat kan juridisch niet. Het is in strijd met een goede procesorde". De advocaat vindt dat justitie geen zaak meer heeft en vroeg om vrijspraak.

De rechtbank doet 25 februari uitspraak.