Hoogeveen behandelt protest tegen koopzondagen
Protesten tegen de jaarlijkse vaststelling van het aantal koopzondagen in Hoogeveen noopten burgemeester W. Urlings van Hoogeveen donderdag een toelichting te geven op de positie van de gemeente.
De kwestie kwam aan de orde in de commissievergadering beroep- en bezwaarschriften, waar de Vereniging Hervormd-Gereformeerde Belangen een protest had ingediend.
Urlings wilde naar eigen zeggen de uitbreiding toelichten omdat „de zaak gevoelig ligt bij een deel van de bevolking.”
Tijdens de vergadering verwoordde secretaris H. Kuiper van de Vereniging Hervormd-Gereformeerde Belangen de bezwaren tegen de koopzondagen, die Hoogeveen sinds 1999 kent. Hij betoogde dat de Bijbel geen ruimte laat voor bedrijvigheid op zondag.
De vereniging had namens tientallen mensen protest aangetekend tegen de beslissing om ook in 2005 weer acht koopzondagen per jaar toe te staan. „Er zijn mensen die nu tegen hun geloofsovertuiging in worden gedwongen om op zondag arbeid te verrichten. Als ze weigeren, dreigt voor hen ontslag. Winkeliers worden meegezogen en zo ook gedwongen om hun winkel open te zetten.”
Burgemeester Urlings wees erop dat de meerderheid van de gemeenteraad zich niet heeft laten leiden door de geciteerde bijbelteksten. „Sinds 1996 mogen gemeenten twaalf koopzondagen instellen. In Hoogeveen is besloten tot acht koopzondagen.” Religie kan volgens hem niet de basis zijn van openbaar bestuur. „Waar mogelijk wordt rekening gehouden met de kerken. De koopzondagen beginnen met het oog op de kerkdiensten pas om 12.00 uur.”
De commissie doet over enkele weken uitspraak. De vereniging Hervormd-Gereformeerde Belangen moet eerst haar statuten overleggen. De vraag is namelijk of de vereniging als belanghebbende wel wordt getroffen door de koopzondagen. Als dat niet het geval is, is het bezwaar niet-ontvankelijk.
Zes jaar geleden ontstonden ook al protesten tegen de koopzondagen, toen Hoogeveen die voor het eerst invoerde. Destijds voerde de gemeente de huidige acht dagen in. Er werd toen onder meer protest aangetekend door de centrale kerkenraad van de hervormde gemeente.