Twee jaar geleden liet het kabinet al weten een streep te zetten door het voornemen omdat het te duur was. Vorig jaar kreeg het Rijksvastgoedbedrijf de opdracht om nog eens te kijken of het toch mogelijk was. Uit dat onderzoek blijkt dat de investeringskosten naar verwachting met 86 procent zouden worden overschreden.

„Deze hogere investeringskosten zijn met name het gevolg van duurdere grondstoffen, de complexiteit van het project, de eisen aan beveiliging en de afwezigheid van marktwerking bij de gunning”, schrijft demissionair minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) vrijdag aan de Tweede Kamer.

In juni 2021 bedroegen de kosten voor het schrappen van de gezamenlijke nieuwbouw 25 miljoen euro. Twee jaar later is dat bedrag inmiddels opgelopen naar 36 miljoen euro. De ministeries van Binnenlandse Zaken en Defensie draaien voor deze kosten op, aldus De Jonge.

Er is sinds 2015 gesproken over het samenvoegen van beide diensten in een nieuw pand op de Frederikkazerne. Die blijven nu op locaties gehuisvest in Zoetermeer, Leidschendam en Den Haag.

De gezamenlijke huisvesting zou moeten leiden tot een betere samenwerking. De ambitie voor gezamenlijke huisvesting is daarmee nog niet van de baan, schrijft de minister, maar het is niet bekend waar dat zou kunnen zijn.

Vooral voor de militaire inlichtingendienst MIVD, die op de Frederikkazerne zit, is het een tegenvaller. Daar voldoen de panden „niet meer aan de kwaliteitsnorm”. Er wordt nu gekeken naar oplossingen hiervoor.