Minder sollicitanten burgemeesterspost
De nieuwe manier van benoeming van een burgemeester kan worden teruggedraaid als blijkt dat er kwalitatief minder goede mensen worden benoemd. Minister De Vries van Binnenlandse Zaken schrijft dit in een evaluatie die hij donderdag naar de Tweede Kamer stuurde.
Sinds augustus 2001 moeten gemeenten openbaar maken welke twee kandidaten zij het liefst benoemd zouden zien als nieuwe burgemeester. Uit de evaluatie blijkt dat sinds invoering van de maatregel minder sollicitanten reageren op een vacature. Vroeger waren het er gemiddeld 26, nu zijn het er nog negentien.
Als er een burgemeestersvacature ontstaat, wordt er uit de gemeenteraad een vertrouwenscommissie gekozen. Deze commissie stelt een voorkeurslijstje op met daarop de namen van de twee meest gewenste kandidaten. Op het lijstje is aangegeven welke persoon op de eerste en welke op de tweede plaats staat. De minister van Binnenlands Zaken maakt, in overleg met de commissaris van de Koningin, een definitieve keus. In principe volgt hij de aanbeveling van de gemeenteraad.
Tot nu toe hebben 25 gemeenten te maken gehad met de nieuwe manier van benoemen. Het openbaar maken van de namen van de twee meest kansrijke kandidaten is van het begin af aan omstreden geweest.
De Vries zegt te merken dat sollicitanten zich zorgen maken over de nieuwe regel. Als bekend wordt dat ze op het voorkeurslijstje staan, kunnen ze in hun bestaande functie minder goed functioneren. Iedereen gaat er immers van uit dat ze toch weg gaan. Als ze uiteindelijk niet worden benoemd, blijkt dat ze bij volgende sollicitaties minder serieus worden genomen.
Volgens De Vries merken commissarissen van de Koningin dat een sollicitant die ooit als tweede is geëindigd, bij een volgende gooi naar een burgemeesterspositie minder kans maakt.
De minister vindt het te vroeg om nu al definitieve conclusies te trekken. Maar, zegt hij, als blijkt dat de kwaliteit van de kandidaten afneemt, moet de nieuwe wet worden herzien.
De PvdA-fractie in de Tweede Kamer erkent dat de problemen rondom de nummers twee van de voorkeurslijstjes van de gemeenten hardnekkiger zijn dan aanvankelijk gedacht. „Het blijken meer dan aanloopproblemen te zijn”, zegt woordvoerder De Cloe.
Volgens hem zou nu moeten worden overwogen om voortaan alleen nog de naam van kandidaat één bekend te maken. „Nummer twee hoeft dan niet meer bang te zijn beschadigd te raken.” VVD’er Te Veldhuis is hier faliekant tegen. Hij vindt dat het voorkeurslijstje van de gemeenten helemaal niet meer openbaar moet worden gemaakt. „Dan ben je van het probleem af.”