BuitenlandRD-actie
„Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert hen niet”

Ze zeggen dat je in Israël moet zijn om de woorden van de Heere Jezus echt tot je door te laten dringen. Dat zal waar zijn, maar ik was een eind van Israël vandaan toen ik zo’n moment had. Dat was toen ik dit ventje, Adulai Balde (9), ontmoette in de binnenlanden van Guinee-Bissau, West-Afrika. Daar, bijna tienduizend kilometer verwijderd van het Heilige Land, werd die middag iets wáár van Jezus’ woorden uit Lukas 18: „Laat de kinderkens tot Mij komen en verhindert hen niet” (vers 16). Die laatste woorden raakten mij nog het meest: „En verhindert hen niet”.

Adulai Balde (9) met zijn moeder Unumeme en therapeut Salomao Gomes bij hun vertrek van het trainingscentrum van Stichting Kimon/Jedidja in Buba, Guinee-Bissau. beeld Jaco Klamer
Adulai Balde (9) met zijn moeder Unumeme en therapeut Salomao Gomes bij hun vertrek van het trainingscentrum van Stichting Kimon/Jedidja in Buba, Guinee-Bissau. beeld Jaco Klamer

Voor kinderen als Adulai staat het hele leventje in het teken van dat verhinderen, of erger. Vanwege hun handicap worden ze weggestopt of zelfs gedood. Adulai had ‘geluk’ met ouders die hem wel accepteerden, maar zij werden door dorpsgenoten onder druk gezet. „Dit is geen mens, maar een slang”, sisten ze moeder Unumeme (37) toe.

Nadat Gerda Klaver en Marianne van Helden (beiden van Stichting Kimon, project Jedidja) hem hadden ontdekt begon een nieuw hoofdstuk in Adulai’s leventje. Hij kreeg een looprek waarmee hij naar school kon. Het schoolgeld werd door Kimon/Jedidja betaald en nog steeds is dat zo. Ook regelde Gerda fysiotherapie. Zijn moeder en hij worden steevast uitgenodigd voor een verblijf op het trainingscentrum in het stadje Buba. Om oefeningen te doen en om het Evangelie van Jezus Christus te horen.

Toen ik daar was, kwam ik ze tegen. Moeder Unumeme aan de ene kant, therapeut Salomao Gomes aan de andere en Adulai in het midden. Zijn brede lach van oor tot oor verraadde het al: Adulai is een en al levenslust. „Daardoor vergeet hij nog wel eens zijn handicap”, zegt moeder. Op mijn vraag wat ze dit keer heeft opgestoken, antwoordt ze: „Ik heb een nieuw lied over de Heere Jezus geleerd en nieuwe oefeningen om met Adulai te doen.”

Boven de ingang van het centrum staat in het Portugees “Esperança para crianças com deficiencia”: hoop voor kinderen met een handicap. De goedlachse Adulai was er die middag een voorbeeld van. En inderdaad, ik was ver weg van het Heilige Land. Maar vanwege Adulai voelde ik me dichtbij een ander vuur, dat van Gods Koninkrijk: „…want derzulken…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
RD-actie

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer