Nationale ombudsman wil snelle afhandeling waterschade Limburg
De Nationale ombudsman Reinier van Zutphen vraagt het demissionaire kabinet alle lopende waterschades in Limburg met spoed af te handelen. Van Zutphen schreef hierover een brief aan demissionair minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz, die verantwoordelijk is voor de schadeafhandeling.
Het gaat allemaal veel te langzaam en te stroperig, blijkt uit de brief. Van Zutphen adviseert de minister daarom de schadeafhandeling aan de gemeenten te laten. Hij vraagt de minister de betrokken gemeenten „de ruimte te geven om hun gedupeerde inwoners in praktische zin te helpen met het afwikkelen van hun schade.” Dat zou bijvoorbeeld kunnen via het rampenfonds.
Op 24 oktober bracht Van Zutphen een bezoek aan het in 2021 door overstromingen getroffen Geulle in het Zuid-Limburgse heuvelland. Hij sprak er met inwoners die nog steeds te lijden hebben onder de gevolgen van de overstromingen. „Tijdens mijn gesprekken in Limburg is gebleken dat veel mensen nog kampen met financiële en psychische gevolgen van de watersnood van juli 2021”, schrijft Van Zutphen aan de minister. „Hierbij gaat het bijvoorbeeld om mensen die hun spaargeld hebben gebruikt voor herstel. Spaargeld dat bedoeld was voor bruiloften, vakanties of voor de kinderen.”
„lk hoorde van uiteengevallen gezinnen. Verder is een deel van de gedupeerden tegen wil en dank ‘expert’ geworden op het gebied van schadeafhandeling. Tijdens het proces voor de schadeafhandeling hebben zij vele bezoeken ontvangen vanuit de rijksoverheid en verzekeraars. Deze bezoeken ervoeren zij regelmatig als onaangenaam: kort en zakelijk, met een formalistische verwijzing naar regels en vaktermen.”
De afwikkeling van de schade moet met zo min mogelijk administratieve rompslomp gaan, aldus Van Zutphen. „Ik spreek de hoop uit dat u mijn inbreng meeweegt bij het eerstvolgende overleg tussen uw ministerie en de betrokken gemeenten op 9 januari aanstaande. Zo wordt de ‘ramp na de ramp’ niet nog groter en komt u tegemoet aan de snelheid waaraan gedupeerden behoefte hebben.”