Onderwijsministers: lerarentekorten blijven komende jaren hoog
Het tekort aan leraren en schoolleiders blijft de komende jaren hoog, hoewel het kabinet „alles op alles” zet om het probleem op te lossen. Dat schrijven demissionair onderwijsministers Mariëlle Paul en Robbert Dijkgraaf vrijdag aan de Tweede Kamer.
Momenteel komt het primaire onderwijs 9800 voltijds leerkrachten tekort, honderd meer dan vorig jaar. De animo voor de pabo lijkt af te nemen, wat de tekorten in het primaire onderwijs alleen maar zal vergroten. Ook het tekort aan schoolleiders nam dit jaar flink toe, waardoor er nu in totaal 1200 extra nodig zijn. Almere kampt met het grootste tekort aan zowel rectors als basisschoolleraren. Ook in de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn de tekorten groot.
In het voortgezet onderwijs zijn 3800 extra docenten nodig die een volledige werkweek draaien. Vooral bij de talen, wiskunde en natuurkunde zijn de tekorten aanzienlijk. Een lichtpuntje is dat naar verwachting juist meer hbo-studenten een lerarenopleiding gaan volgen waarmee ze les kunnen geven in het voortgezet onderwijs, staat in de Kamerbrief.
Wel zien de ministers dat steeds meer gebruik wordt gemaakt van het traject waarbij mensen uit andere beroepen leraar kunnen worden. Het kabinet trekt hiervoor 9 miljoen euro extra uit, waarmee de subsidiepot voor zij-instromers op zo’n 58 miljoen euro uitkomt. Daarnaast stelt het kabinet jaarlijks 1,5 miljard euro beschikbaar om het lerarenprobleem op te lossen, bijvoorbeeld door de salarissen aantrekkelijk te maken.
Verder willen de bewindslieden dat de hele Nederlandse onderwijssector de handen ineenslaat. Want het aanpakken van het tekort vraagt „om samenwerking en solidariteit in plaats van concurrentie”.
Ondanks alle inspanning is realisme wat betreft Paul geboden, want er is geen „wondermiddel”. Zij benadrukt dat op veel plekken personeelstekorten zijn, en het onderwijs daardoor te maken heeft met concurrentie. „Ook in het onderwijs zullen we dus moeten leren omgaan met de tekorten, bijvoorbeeld door knelpunten in de bevoegdheden van leerkrachten op te lossen en te kijken naar de onderwijstijd. Daarbij moet de kwaliteit van het onderwijs altijd voorop staan.”
„Het is echt tijd voor volgende stappen: een structureel probleem als het lerarentekort vraagt om structurele bekostiging, terwijl de afgelopen kabinetten teveel vertrouwen hebben gehad in tijdelijke subsidies”, reageert de PO-raad, de vereniging voor primair onderwijs. „We moeten de tekorten duurzaam aanpakken, en dat kan alleen als er over een enkele kabinetsperiode heen wordt gekeken.”