Op de schilderijen uit 1635 staan Jan Willemsz. van der Pluym (circa 1565-1644) en Jaapgen Carels (1565-1640). Jan, een vermogende loodgieter uit Leiden, en zijn vrouw Jaapgen hadden een band met Rembrandt. Hun zoon Dominicus trouwde met Rembrandts nicht Cornelia van Suytbroeck. Dat paar kreeg een zoon, Karel, van wie wordt aangenomen dat hij een opleiding heeft gevolgd bij Rembrandt. Jan en Jaapgen hadden ook een tuin naast die van Rembrandts moeder.

„Hij portretteerde het koppel hoogstwaarschijnlijk als vriendendienst, vanwege het kleine formaat en de snelle schetsmatige schilderstijl”, aldus het Rijksmuseum. Onderzoek met onder meer röntgen- en infraroodfotografie en een analyse van verfmonsters leverden volgens het museum „overtuigend bewijs” dat de schilderijen door Rembrandt zijn gemaakt. Zo kloppen bijvoorbeeld de manier van schilderen, de pigmenten en de opbouw en samenstelling van de verf.

De afgelopen twee eeuwen waren de schilderijen niet voor derden te zien en bevonden ze zich in een dezelfde Britse privécollectie. Totdat de familie Holterman de portretjes eerder dit jaar op een veiling bij Christie’s in Londen kocht voor zo’n 13 miljoen euro.

De familie geeft de twee werken nu langdurig in bruikleen aan het Rijksmuseum. „Het Rijksmuseum heeft het grootste overzicht van Rembrandt-schilderijen ter wereld. Gezien mijn innige band met het museum en omdat het team van experts een meerjarig onderzoek heeft gedaan naar deze portretten, vind ik dat deze werken hier thuishoren”, zegt Henry Holterman, topman bij Reggeborgh.

„Het is fantastisch dat de portretten zijn gekocht door de familie Holterman, ook een familie, en dat ze worden toevertrouwd aan het Rijksmuseum, zodat miljoenen mensen ervan kunnen genieten”, zegt hoofddirecteur van het museum Taco Dibbits.