Gezondheidsraad: maak het makkelijker om meer plantaardig te eten
Het moet voor mensen gemakkelijker worden om te kiezen voor meer plantaardig eten en om minder vlees op het bord te leggen. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar ook gezonder voor de mensen zelf, concludeert de Gezondheidsraad.
Mensen halen nu ongeveer 60 procent van hun eiwitten uit dierlijke producten en 40 procent uit planten. De Gezondheidsraad heeft onderzocht wat er zou gebeuren als dat andersom was. Mensen zullen dan meer gezonde peulvruchten eten en minder rood en bewerkt vlees. Ze krijgen meer vezels binnen en minder verzadigd vet. „Het voedingspatroon verlaagt hierdoor het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en kanker”, aldus de raad. Bovendien wordt de druk van voedsel op het milieu 25 procent lager. Dat effect kan groter worden als mensen minder voedsel verspillen.
Om dat mogelijk te maken, moeten de overheid en bedrijven zelf ook maatregelen nemen, zegt de raad. Het is niet genoeg om te wijzen op de verantwoordelijkheden van consumenten. Zo zouden supermarkten plantaardige producten beter zichtbaar kunnen maken, en zouden pakjes vlees kleiner kunnen worden. Cateraars zouden extra lessen kunnen krijgen, met name wanneer ze in zorginstellingen werken, omdat het daar heel belangrijk is dat bewoners genoeg en gezond eten. Over andere btw-tarieven zegt het advies niets.
De Gezondheidsraad adviseert ook om onderzoek te doen naar kant-en-klare vervangers van vlees, vis en zuivel in de supermarkten. „Deze producten bevatten namelijk vaak te veel toegevoegd zout of suiker”, maar er zijn geen harde regels voor.
Als mensen hun eetpatroon veranderen en meer plantaardig gaan eten, moeten ze wel goed opletten dat ze genoeg voedingsstoffen binnenkrijgen. Dat geldt volgens de raad vooral voor zwangere vrouwen en voor vrouwen die borstvoeding geven, maar ook voor „mensen met een lage eiwit- en energie-inname”, bijvoorbeeld doordat ze een ziekte hebben.