„We maken elkaar gek met projecten, plannen, vergaderingen”
Wekelijks een blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
De Saambinder
„Jodocus van Lodenstein (1620-1677) zag de Reformatie als een bevrijding van het rooms-katholicisme. Toch had de Reformatie wel een paar dingen uit die oude kerk mee mogen nemen.
Het is de plicht van ieder mens om het hart „te doorgraven voor de alziende God”. Hij schonk ons Zijn Woord; daarmee kunnen mensen de onreinheid van hun zielen zien. In een preek waarin de biecht ter sprake kwam, zei Van Lodenstein dat God onze biechtvader is. Hem moeten we de zonden belijden. De rooms-katholieke praktijk dat de zondaar zijn zonden belijdt voor de priester die hem daarna vergeving schenkt, wijst Van Lodenstein radicaal af.
Maar met het afschaffen van de biecht was zijns inziens ook het gewetensonderzoek verminderd. Het gevolg daarvan was dat er, zoals hij dat noemde, „een korst” over het geweten groeide. Het van oorsprong goede gebruik van de biecht was in de loop van de eeuwen ontspoord. Dat verkeerde gebruik betekent niet dat de instelling van de biecht op zichzelf verkeerd is. Hetzelfde betrof het vasten en het bestaan van kloosters waarin mensen zich oefenen om een van de wereld afgezonderd leven te leiden.”
W. Fieret schrijft in De Saambinder, weekblad van de Gereformeerde Gemeenten, over Van Lodensteins waardering voor voorreformatorische standpunten.
EO Visie
„Maria had het begrepen, zei Jezus. Zij liet alles vallen toen Hij binnenkwam en zonk neer aan Zijn voeten. Ze hoorde woorden van eeuwig leven en vergat alles om zich heen. De tijd verdween, de eeuwigheid trad in, terwijl Martha maar doorholde met een blik op de klok. Want het brood moet uit de oven, het gemeste kalf moet geslacht. „Heere, kan het U niet schelen?” Nee, Martha, het allerbeste moet je pakken als de gelegenheid zich voordoet.
Elk jaar neem ik me voor meer Maria dan Martha te zijn. Meer aan Zijn voeten, minder op de klok. Meer rust, minder haast. Meer Woord, minder woorden. Want valt het jou ook op dat we elkaar gek maken met projecten, plannen, vergaderingen, deadlines, toogdagen, workshops, meetings? Dit moet je gedaan en dat moet je gezien hebben, en het moet allemaal nu, of op zijn laatst morgen. Terwijl we een eeuwigheid hebben om af te maken wat we hier begonnen zijn (…).
De oude Grieken maakten onderscheid tussen ”chronos” en ”kairos”. Chronos staat voor de tijd die de klok aangeeft. De strakke planning en de deadlines in je agenda. Kairos zijn juist de momenten waarop de tijd stilstaat. De gouden momenten die oneindig lijken te duren en geestkracht, geloof, creativiteit en vreugde schenken. Onze samenleving wordt beheerst door chronos: we organiseren en plannen, er is geen ruimte meer voor het onverwachte. En dat is erg, denk ik.”
Schrijfster Theanne Boer, voorzitter van de Martine Vonkstichting, schrijft in EO Visie, gids van de Evangelische Omroep, over een citaat van Corrie ten Boom: „Het allerbeste komt nog.”