PVV’er van het eerste uur moet coalitiepartners zoeken
Voor het grote publiek is Gom van Strien, die vrijdag is voorgedragen als verkenner na de Tweede Kamerverkiezingen, een grote onbekende. Maar de 72-jarige Van Strien is al jaren betrokken bij de PVV. Geert Wilders heeft weinig mensen die al zo lang voor hem in Den Haag zitten.
Van Strien moet zoeken wie de mogelijke coalitiepartners zijn, nu de PVV voor het eerst de grootste partij is. De PVV’er komt, net als Wilders zelf, uit de VVD. In de jaren tachtig leidde Van Strien de lokale afdeling in Alphen aan den Rijn.
Van Strien, die in het Limburgse Arcen woont, is lid van de Eerste Kamer. Hij werd verkozen in 2011, toen de PVV zelf ook toetrad tot de senaat. Van die eerste lichting van tien mensen zijn alleen Van Strien en Marjolein Faber nog over. Inmiddels is Van Strien ruim 4500 dagen senator. Slechts twee mensen zitten langer in de Eerste Kamer.
Van Strien studeerde natuurkunde in Nijmegen en bedrijfskunde in Enschede. Na zijn studie ging hij aan de slag bij het Centraal Bureau voor de Statistiek en Rijkswaterstaat. In 1987 stapte Van Strien van de overheid over naar de wetenschap. Hij werkte bij de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en leidde later een afdeling van de Universiteit Utrecht die geld steekt in net opgerichte bedrijfjes. Bij zijn afscheid in 2009 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Vlak erna sloot hij zich aan bij de PVV. In 2010 legde hij in een interview met de Utrechtse universiteitskrant DUB uit waarom: „Met droge ogen wordt beweerd dat Nederland een kennisland moet worden. En dan importeren we alleen al in het kader van de gezinsvorming en gezinshereniging 30.000 schaapherders uit het Rifgebergte en andere onherbergzame streken per jaar. Het duurt al minimaal twee generaties om ze te alfabetiseren.”